ECLI:NL:RBSHE:2000:AF0317

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 september 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
99/39 R
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting schuldsanering en vaststelling saneringsplan voor saniet met PABO-opleiding en gezinsuitbreidingsplannen

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 12 september 2000 uitspraak gedaan over de voortzetting van de schuldsanering van de saniet, geboren op een onbekende datum en wonende te P. De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de verificatievergadering die op 29 augustus 2000 heeft plaatsgevonden, evenals van een ontwerp van een saneringsplan. De saniet en de bewindvoerder zijn tijdens de zitting gehoord, waarbij geen bezwaren van schuldeisers zijn ingebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn voor beëindiging van de schuldsaneringsregeling.

De saniet heeft in het ontwerp saneringsplan aangegeven dat het weinig zinvol is om de schuldsanering voort te zetten, gezien de nihil inkomsten en de boedelkosten. De bewindvoerder steunde dit voorstel, maar de rechter-commissaris heeft in zijn advies aangegeven dat er nog steeds een redelijke verwachting bestaat dat de saniet aan haar verplichtingen kan voldoen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldsanering moet worden voortgezet en het saneringsplan moet worden vastgesteld, met een looptijd van drie jaar.

De rechtbank heeft benadrukt dat van de saniet een maximale inspanning mag worden verwacht ten behoeve van de crediteuren, vooral gezien haar PABO-opleiding. De rechtbank heeft bepaald dat de saniet zich moet inspannen om op korte termijn een inkomen uit arbeid te verwerven. Zodra de saniet inkomsten heeft, zal het boven het vrij te laten inkomen ten gunste van de boedel worden gebracht. De rechtbank heeft ook de voorwaarden voor het vrij te laten inkomen vastgesteld, evenals de verdeling van woonkosten en kinderopvangkosten tussen de saniet en haar echtgenoot. De uitspraak is gedaan door mr. R.R.M. de Moor en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier C.M. Sweep.

Uitspraak

voortzetting schuldsanering
Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch,
Enkelvoudige kamer
Bij vonnis van deze kamer van 26 februari 1999 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
X., geboren ..., wonende te P.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de op 29 augustus 2000 gehouden verificatievergadering, alsmede van een ontwerp van een saneringsplan.
De saniet en de bewindvoerder zijn ter terechtzitting van 12 september 2000 gehoord. De rechter-commissaris heeft bij die gelegenheid schriftelijk verslag uitgebracht. Bezwaren van schuldeisers zijn noch bij de verificatievergadering, noch ter zitting naar voren gebracht. Evenmin is gebleken dat zich één van de gronden voor beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling voordoet.
In het ontwerp saneringsplan heeft saniet aangegeven dat het weinig zinvol is om de schuldsaneringsregeling voort te zetten gelet op de verhouding tussen de nog te ontvangen inkomsten (nihil) en de boedelkosten. De bewindvoerder heeft zich bij dit voorstel aangesloten. Ter verificatievergadering is daarbij nog aangevoerd dat saniet geen eigen inkomsten heeft, de zorg heeft over een kind van anderhalf jaar oud en er verregaande plannen zijn voor gezinsuitbreiding.
De rechter-commissaris heeft in zijn advies gesteld dat zulks geen reden is om aan te nemen dat redelijkerwijs niet de verwachting bestaat dat de schuldenaar geheel of gedeeltelijk aan haar verplichtingen kan voldoen en voorgesteld om de looptijd vast te stellen op 3 jaar.
Ter terechtzitting heeft saniet te kennen gegeven te beschikken over een diploma van de PABO.
De rechtbank is van oordeel dat er tijdens de schuldsaneringsregeling van saniet een maximale inspanning ten behoeve van de crediteuren mag worden verwacht. Tot op heden is er, met uitzondering van de vermogensbestanddelen uit het voormalige bedrijf van saniet, nog geen enkele bijdrage aan de boedel verricht. Met een opleiding als saniet heeft genoten mag redelijkerwijs worden verwacht dat er meer mogelijkheden zijn dan thans door saniet wordt voorgesteld.
Daarbij merkt de rechtbank nog op dat het saniet natuurlijk vrijstaat om haar plannen tot gezinsuitbreiding uit te voeren, maar dat ook dit feit uiteindelijk zal moeten worden meegenomen in de beoordeling of saniet gedurende de schuldsaneringsregeling de - gezien de beoogde schone lei te verwachten - maximale inspanning voor de crediteuren heeft verricht.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat de schuldsaneringsregeling dient te worden voortgezet en het saneringsplan dient te worden vastgesteld als hierna te melden. Bij de bepaling van de looptijd gaat de rechtbank ervan uit dat saniet op korte termijn invulling zal geven aan haar inspanningsverplichting betaalde arbeid te vinden en aldus een bijdrage te leveren aan het actief, waarbij - hierop vooruitlopend - zal worden bepaald dat alsdan aan saniet, gezien artikel 475d lid 3 Rv., zal worden gelaten 50% van de relevante bijstandsnorm.
Beslissing
De rechtbank:
bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt voortgezet;
stelt het saneringsplan als volgt vast:
De termijn gedurende welke de toepassing van de schuldsaneringsregeling van kracht zal zijn wordt voorshands gesteld op 3 jaar te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 26 februari 2002.
Saniet zal zich inspannen om op korte termijn een inkomen uit arbeid te verwerven.
Zodra saniet inkomsten heeft zal al hetgeen saniet verdient boven het vrij te laten inkomen ten gunste van de boedelrekening worden gebracht. Tot die tijd zal saniet zich ervoor inspannen dat de kosten van de bewindvoerder ad fl. 58,75 incl. BTW per maand aan de boedel worden voldaan.
Zodra saniet een inkomen uit arbeid ontvangt zal het vrij te laten inkomen worden gesteld op 50% van de bijstandsnorm (excl. vakantiegeld) voor een echtpaar. De woonkosten en de kosten van de kinderopvang zullen in dat geval pro rato over de inkomens van saniet en haar echtgenoot, met wie zij op huwelijkse voorwaarden is getrouwd, worden verdeeld. Het vrij te laten inkomen zal, in overleg tussen de bewindvoerder en de rechtercommissaris, alsdan met deze twee posten worden verhoogd.
Het alsdan jaarlijks uit te keren vakantiegeld zal, na aftrek van 50% van de bijstandsnorm (zolang de saniet inkomsten uit arbeid ontvangt), ten gunste van de boedel komen.
Gedaan door mr. R.R.M. de Moor, lid van de eerste enkelvoudige kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 september 2000 in tegenwoordigheid van C.M. Sweep, griffier.