ECLI:NL:RBSHE:2000:AF0196
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling na overlijden saniet zonder faillissement van nalatenschap
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 september 2000 uitspraak gedaan over de beëindiging van een schuldsaneringsregeling na het overlijden van de saniet, X. De bewindvoerder had verzocht om de schuldsanering te beëindigen op grond van artikel 352 lid 2 van de Faillissementswet (Fw), aangezien de saniet op 19 november 1999 was overleden en de werkzaamheden waren afgerond. De rechtbank oordeelde dat het overlijden van de saniet tijdens de looptijd van de schuldsanering, vooral omdat er nog geen saneringsplan was vastgesteld, betekende dat de saniet niet meer in staat was om zijn verplichtingen na te komen.
De rechtbank stelde vast dat de schuldsaneringsregeling moest worden beëindigd, omdat de wet geen specifieke regeling biedt voor het geval van overlijden van de saniet. Artikel 350 lid 3 Fw geeft een limitatieve opsomming van de gevallen waarin een schuldsaneringsregeling tussentijds kan worden beëindigd, maar het overlijden van de saniet valt daar niet onder. De rechtbank benadrukte dat de schuldsaneringsregeling is bedoeld om schuldenaren de kans te geven om met een schone lei te beginnen, en dat het overlijden van de saniet de grondslag voor de regeling doet vervallen.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat zij niet ambtshalve bevoegd was om het faillissement van de nalatenschap van de saniet uit te spreken, omdat er geen bepaling gelijk aan artikel 198 Fw voor de schuldsaneringsregeling bestond en er geen verzoek tot faillietverklaring door schuldeisers was ingediend. De rechtbank besloot om het salaris van de bewindvoerder vast te stellen op f 750,- exclusief omzetbelasting en bepaalde dat de kosten van publicaties die in het kader van de Faillissementswet waren bevolen, voor het deel dat niet uit de boedel kon worden betaald, ten laste van de Staat komen. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer van de rechtbank en was openbaar.