ECLI:NL:RBSHE:2000:AF0191

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 augustus 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00/130 R
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Homologatie van akkoord in schuldsanering met betrekking tot dhr. X.

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 23 augustus 2000 uitspraak gedaan over de homologatie van een akkoord in het kader van de schuldsanering van dhr. X. De rechtbank had eerder op 13 maart 2000 de definitieve schuldsanering uitgesproken. De bewindvoerder van dhr. X. had een verzoek ingediend voor betaling van zijn salaris op basis van het curatorensalaris, maar de rechtbank oordeelde dat dit verzoek niet kon worden gehonoreerd. De werkzaamheden van de bewindvoerder waren voornamelijk verricht vóór de schuldsanering en de rechtbank stelde vast dat de schuldsanering was voorafgegaan door faillissementen van de vennootschap onder firma van dhr. X. en zijn vennoot.

De rechtbank overwoog dat de bewindvoerder geen recht had op het curatorensalaris, omdat de schuldsanering niet was uitgesproken na 1 mei 2000, en dat de honorering van de werkzaamheden volgens het Besluit salaris bewindvoerder een redelijke vergoeding was. De rechtbank concludeerde dat de nakoming van het akkoord voldoende was gewaarborgd en dat er geen gronden waren om de homologatie van het akkoord te weigeren. De rechtbank heeft het akkoord gehomologeerd en de bedragen voor het salaris van de bewindvoerder en de kosten vastgesteld.

De beslissing van de rechtbank houdt in dat de sanieten 20% van hun schulden aan bevoorrechte schuldeisers betalen, evenals de kosten van de schuldsaneringen, en 10% aan concurrente schuldeisers, die hen volledige kwijting verlenen voor het onvoldaan gebleven gedeelte van hun vorderingen. De rechtbank heeft ook de publicatiekosten vastgesteld en de bewindvoerder is op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

homologatie akkoord
Arrondissementsrechtbank 's-Hertogenbosch
Bij vonnis van deze kamer van 13 maart 2000 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
X., geboren te ... wonende te P.
Deze beslissing dient te worden gelezen in samenhang met de beslissing in de schuldsaneringsregeling van de echtgenote van saniet, Y.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ter griffie berustende dossiers met insolventienummers R 00/130 en R 00/131 betreffende sanieten, in welke dossiers zich onder meer bevinden:
Het ter griffie van deze rechtbank gedeponeerde ontwerpakkoord, dat als volgt luidt:
Sanieten betalen aan de in hun schuldsaneringen als bevoorrecht bekende schuldeisers 20%, alsmede de kosten van de schuldsaneringen met inbegrip van het door de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch vast te stellen salaris van de bewindvoerder volgens de richtlijnen die gelden voor schuldsaneringen.
Sanieten betalen aan hun concurrente schuldeisers over hun vorderingen een percentage van 10% tegenover aan hen door die schuldeisers te verlenen volledige kwijting voor het onvoldaan gebleven gedeelte van hun vorderingen.
De voor de nakoming van het akkoord vereiste gelden zijn gestort in handen van mr. R.A.M.L. van Oeijen, die met de uitbetaling daarvan wordt belast. De bewindvoerder in de schuldsaneringen is met het een en ander bekend.
Het proces-verbaal van de vergadering als bedoeld in artikel 289 lid 1 van de Faillissementswet, gehouden op 15 augustus 2000.
De homologatie is ter terechtzitting van 23 augustus 2000 behandeld. Alstoen is overgelegd het verslag van de rechtercommissaris d.d. 22 augustus 2000, waarin deze aangeeft geen gronden te zien die tot weigering van het akkoord dienen te leiden. Bezwaren van schuldeisers zijn noch bij de verificatievergadering, noch ter zitting naar voren gebracht.
Uit het proces-verbaal van voormelde vergadering blijkt voorts dat gemeld akkoord op de door de wet voorgeschreven wijze is aangenomen.
Bij gelegenheid van de behandeling van de homologatie van het akkoord ter terechtzitting van 23 augustus '00 zijn de bewindvoerder en de advocaat van sanieten gehoord met betrekking tot het onder punt 1 van het akkoord vermelde salaris van de bewindvoerder.
De bewindvoerder stelt zich op het standpunt dat hij op grond van het schrijven van de rechters-commissarissen d.d. 20 april '00 inzake het salarisbeleid in schuldsaneringsregelingen recht heeft op betaling van de eerste 30 uren werkzaamheden in de schuldsaneringsregeling op basis van het curatorensalaris. De bewindvoerder heeft daarom het - ter zitting herhaalde - aanbod van de advocaat van sanieten tot betaling van fl. 1.000,-- inclusief BTW aan salaris afgewezen.
De rechtbank is van oordeel dat de bewindvoerder niet met succes een beroep kan doen; op het hiervoor vermelde beleid. Allereerst wordt in de brief uitdrukkelijk aangegeven dat dit beleid wordt toegepast in zaken waarin de schuldsaneringsregeling vanaf 1 mei 2000 wordt uitgesproken. Daarvan is hier geen sprake, zodat de regeling geldt dat aansluiting zal worden gezocht bij de regelingen zoals die voor curatoren geldt. Dit wil niet zeggen dat daarmee automatisch het curatorensalaris wordt toegekend.
De bewindvoerder gaat naar het oordeel van de rechtbank voorbij aan het feit dat de schuldsaneringsregeling is voorafgegaan door faillissementen van de vennootschap onder firma met beide vennoten. De werkzaamheden in deze faillissementen waren - aldus blijkt uit het faillissementsdossier - zover afgerond dat deze faillissementen voor opheffing wegens gebrek aan baten gereed waren. De vennoten hebben vervolgens een verzoek gedaan tot toepassing van de schuldsaneringsregeling enkel met het oog op het aanbieden van een akkoord. Het aanbieden van het akkoord is geschied door sanieten, daartoe bijgestaan door een eigen advocaat die tevens met de uitvoering van het akkoord is belast. Binnen de schuldsaneringsregeling waren er derhalve geen werkzaamheden meer te verrichten waar noodzakelijkerwijze een advocaat-bewindvoerder voor aangesteld had moeten worden. Voor de werkzaamheden verricht in de faillissementen heeft de bewindvoerder (destijds curator) zijn uren volledig vergoed gekregen middels toekenning van een salaris van fl. 27.692,60 en een kostenvergoeding van fl. 2.004,60.
De honorering van de werkzaamheden in de schuldsaneringsregelingen volgens het Besluit salaris bewindvoerder (fl. 1.250,-- subsidie per saniet en fl. 50,-- per maand per saniet) is daarom naar het oordeel van de rechtbank een redelijke vergoeding, mede gezien de door de bewindvoerder gedane opgave van de door hem en zijn kantoorgenote daadwerkelijk gemaakte uren. Daarnaast zal de rechtbank rekening houden met een bedrag van fl. 4,50 per week terzake portokosten voor de gezamenlijke schuldsanerings-regelingen.
De rechtbank verstaat voorts dat de overige boedelkosten, te weten een bedrag van fl. 1.050,-- aan griffierechten en een bedrag van fl. 1.068,50 aan publicatiekosten(publicatie uitspraak fl. 268,50 en begrootte publicaties van de verificatievergadering van fl. 450,-- en de beëindiging van de regeling van fl. 350,--) overeenkomstig punt 1 van het akkoord uit de gelden van het akkoord worden betaald.
De rechtbank is van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan, dat de nakoming van het akkoord voldoende is gewaarborgd en dat niet is gebleken dat de baten van de boedel de som bij het akkoord bedongen aanmerkelijk te boven gaan en evenmin dat het akkoord door bedrog, door begunstiging van één of meer schuldeisers of met hulp van andere oneerlijke middelen tot stand is gekomen.
De rechtbank ziet dan ook overigens geen gronden die tot weigering van de homologatie van het akkoord dienen te leiden. Derhalve dient het akkoord te worden gehomologeerd.
Beslissing
De rechtbank:
homologeert het op 6 juli 2000 aangeboden ontwerp van een akkoord;
stelt het bedrag van het salaris van de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling van dhr. X. vast op fl. 300,-- (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting);
stelt het bedrag van de kosten van de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling van dhr. X. vast op fl. 54,-- (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting);
stelt het bedrag van de publicatiekosten vast op fl. 1.068,50 (inclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting).
Gedaan door mr. R.R.M. de Moor, lid van de eerste enkelvoudige kamer, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2000 in tegenwoordigheid van C.M. Sweep, griffier.