ECLI:NL:RBSGR:2012:BZ5726
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verwijzingsincident in een civiele procedure tussen de Provincie Noord-Holland en Chip(s)hol III B.V.
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank 's-Gravenhage, heeft Chip(s)hol III B.V. een verzoek ingediend om de hoofdzaak te verwijzen naar de rechtbank Utrecht. Chip(s)hol III B.V. stelde dat de rechtbank 's-Gravenhage niet de juiste rechtbank was om deze zaak te behandelen, omdat er een geschil zou zijn met de voormalige Haagse rechters, tegen wie aangifte was gedaan. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat op basis van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de rechtbank 's-Gravenhage bevoegd is, aangezien de hoofdregel bepaalt dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen grondslag is voor de gevraagde verwijzing naar de rechtbank Utrecht, en dat de betrokkenheid van de voormalige rechters geen reden vormt om de zaak naar een andere rechtbank te verwijzen.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de twee rechters die door Chip(s)hol III B.V. zijn genoemd, niet langer werkzaam zijn bij de rechtbank 's-Gravenhage. Dit betekent dat er geen sprake is van een geschil tussen Chip(s)hol III B.V. en de rechtbank zelf. De rechtbank heeft de vordering van Chip(s)hol III B.V. afgewezen en deze partij veroordeeld in de kosten van het incident. De kosten zijn begroot op € 452,-- aan salaris advocaat voor de Provincie Noord-Holland.
De rechtbank heeft verder instructies gegeven voor de comparitie van partijen en de procedure voortgezet. De advocaten van beide partijen moeten binnen twee weken na de uitspraak de verhinderdata doorgeven voor een comparitie die gepland zal worden in de periode van november 2012 tot en met februari 2013. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan en verdere stappen zullen volgen.