ECLI:NL:RBSGR:2012:BZ2968

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
3 oktober 2012
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
414259 FA RK 12-1574
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van deskundige voor ouderschapsonderzoek in gezagskwestie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 oktober 2012, betreft het een vervolg op de tussenbeschikking van 18 september 2012, waarin de rechtbank de benoeming van een deskundige voor een ouderschapsonderzoek heeft overwogen. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de voorgestelde deskundige, mevrouw B.A. de Vries, en heeft hen verzocht om een gezamenlijk voorstel te doen over de deskundige en de bijbehorende kosten. De moeder heeft haar advocaat, mr. Ch.M. van Beuningen, niet langer gemachtigd, terwijl de vader wordt bijgestaan door mr. P.J. Montanus. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder op zoek is naar een nieuwe advocaat en dat de vader instemt met de benoeming van de deskundige.

De rechtbank heeft in de beschikking van 18 september 2012 overwogen dat het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor verhuizing met de minderjarige naar [plaats 2] onder bepaalde voorwaarden kan worden toegewezen. De rechtbank heeft de zorgregeling en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige aan de deskundige voorgelegd, met de opdracht om een rapport op te stellen over de zorgregeling in het belang van de minderjarige. De deskundige is gevraagd om op 4 en 5 oktober 2012 met partijen in gesprek te gaan tijdens een marathonsessie.

De rechtbank heeft het voorschot voor het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 2.516,80, waarbij de kosten in beginsel door beide partijen gelijkelijk worden gedragen. De vader, die op toevoeging procedeert, is vrijgesteld van het betalen van het voorschot. De moeder dient uiterlijk op 4 oktober 2012 haar deel van het voorschot te voldoen. De rechtbank heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden tot 15 november 2012, in afwachting van de resultaten van het onderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Enkelvoudige kamer
5x
Rekestnummer: FA RK 12-1574
Zaaknummer: 414259
Datum beschikking: 03 oktober 2012
Gezagsuitoefening
Beschikking op het op 29 februari 2012 ingekomen verzoek van:
[de moeder],
de moeder,
wonende te [woonplaats],
advocaat: voorheen mr. Ch.M. van Beuningen te 's-Gravenhage, thans: geen.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de vader],
de vader,
wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. P.J. Montanus te 's-Gravenhage.
Procedure
Bij beschikking van 18 september 2012:
* zijn partijen in de gelegenheid gesteld zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op 1 oktober 2012 een gezamenlijk voorstel te doen over de persoon van de te benoemen deskundige, en bij een dergelijk gezamenlijk voorstel opgave te doen van de met het onderzoek gemoeide kosten en het voorschot dat dient te worden voldaan;
* is bepaald dat bij gebreke aan een (tijdig ingediend) gezamenlijk voorstel in beginsel mevrouw B.A. de Vries wordt benoemd tot deskundige;
* zijn partijen verzocht zich voor het geval mevrouw B.A. de Vries tot deskundige wordt benoemd, uit te laten over het door partijen te betalen voorschot ten bedrage van in totaal € 2.516,80 incl.BTW, dat in beginsel ieder voor de helft door partijen dient te worden gedragen;
* zijn partijen voorts in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de eventuele aanvullende vragen die zij de deskundige, met inachtneming van deze beschikking, wensen te stellen.
Iedere verdere beslissing is aangehouden tot 2 oktober 2012.
Mr. Ch.M. van Beuningen heeft de rechtbank bij brief van 19 september 2012 bericht niet langer als advocaat van de vrouw op te treden.
Voorts heeft de rechtbank ontvangen twee faxberichten met bijlagen, gedateerd 1 oktober 2012, van de zijde van de vader.
Beoordeling
De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
In het bijzonder is in de beschikking d.d. 18 september 2012 overwogen dat het verzoek van de moeder - onder de opschortende voorwaarde van totstandkoming van de in de brief d.d. 9 augustus 2012 genoemde aanstelling van de moeder bij het [naam ziekenhuis] - dient te worden toegewezen. Ten aanzien van de zorgregeling is voorts overwogen dat aanleiding bestaat om partijen in de gelegenheid te stellen zich in het kader van een ouderschapsonderzoek nader uit te laten over de zorgregeling en - voor het geval partijen niet tot overeenstemming komen - om een deskundige de rechtbank over dit punt te doen informeren en adviseren. Uitgangspunt voor het ouderschapsonderzoek is dat de rechtbank het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming tot verhuizing met de minderjarige naar [plaats 2] zal toewijzen onder voornoemde opschortende voorwaarde en dat het hoofdverblijf van de minderjarige bij de moeder blijft. Uitsluitend in verband met hetgeen ter zake van de zorgregeling is overwogen, is de beslissing ten aanzien van de vervangende toestemming tot verhuizing aangehouden.
In voormelde beschikking heeft de rechtbank mevrouw B.A. de Vries als te benoemen deskundige voorgesteld en onderzoeksvragen geformuleerd. Daarbij is overwogen dat mevrouw de Vries in de gelegenheid is om op 4 en 5 oktober 2012 met partijen in gesprek te gaan gedurende een zogenoemde "marathonsessie". Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op voormelde te reageren.
De rechtbank stelt vast dat de van de zijde van de moeder geen schriftelijk bericht is binnengekomen binnen de daartoe gestelde termijn. De voormalige advocaat van de moeder heeft de rechtbank medegedeeld dat de moeder op de hoogte is van de beschikking d.d. 18 september 2012 en dat de moeder op zoek is naar een nieuwe advocaat. Gelet hierop en nu de moeder de rechtbank telefonisch heeft benaderd met de vraag of de afspraak bij de deskundige doorgaat, gaat de rechtbank ervan uit dat zij instemt met de benoeming van de door de rechtbank voorgestelde deskundige en daarmee ook met betaling van haar deel van het totaal van het te bepalen voorschot.
Namens de vader heeft mr. P.J. Montanus de rechtbank bericht dat de vader instemt met benoeming van de door de rechtbank voorgestelde deskundige en de voorgestelde marathonsessie op 4 en 5 oktober 2012. Daarbij wordt opgemerkt dat hij in verband zijn posttraumatische stressstoornis moeite heeft met de duur van de sessies, met een verzoek aan de deskundige om daarmee rekening te houden. Voorts kan de vader niet de helft van het door de rechtbank bepaalde voorschot voor zijn rekening nemen, hetgeen ook blijkt uit de aan hem verstrekte toevoeging. Daarnaast zijn door de vader een aantal vragen geformuleerd, die hij aan de deskundige wenst voor te leggen.
Deskundige
De rechtbank stelt vast dat beide partijen instemmen met de benoeming van mevrouw B.A. de Vries tot deskundige ter zake van het ouderschapsonderzoek en zal dienovereenkomstig beslissen. Partijen zullen derhalve in beginsel (met inachtneming van het dictum) op 4 en 5 oktober 2012 deelnemen aan eerdergenoemde marathonsessie bij de deskundige. De rechtbank gaat ervan uit dat bij de planning van de gesprekken, wat betreft de duur en intensiteit van die gesprekken, rekening wordt gehouden met de psychische toestand van de vader zoals geschetst door zijn psycholoog met dien verstande dat dit niet tot onnodige vertraging van het onderzoek dient te leiden.
Kosten
De rechtbank stelt het door partijen te betalen voorschot deskundigenbericht vast op een bedrag van € 2.516,80 incl.BTW, in beginsel door ieder van partijen bij helften te voldoen. Nu is komen vast te staan dat de vader op toevoeging procedeert, zal aan hem ter zake van het deskundigenonderzoek geen voorschot worden opgelegd. Nu de moeder geen bezwaar heeft gemaakt tegen de hoogte van het te betalen voorschot, zal de rechtbank bepalen dat zij een bedrag van € 1.258,40 incl. BTW als voorschot dient te voldoen. De rechtbank overweegt dat de deskundige haar werkzaamheden niet kan aanvangen voordat bedoeld voorschot is betaald. Dit betekent dat de moeder uiterlijk op 4 oktober 2012 het voorschot dient te voldoen.
Onderzoeksvragen
De deskundige dient bij het uit te voeren onderzoek de vragen te betrekken, zoals door de rechtbank omschreven in de beschikking d.d. 18 september 2012. In aanvulling hierop heeft de vader in zijn brief d.d. 1 oktober 2012 een aantal vragen en opmerkingen geformuleerd, die hij met de deskundige wenst te bespreken. Gelet op het uitgangspunt dat aan het ouderschapsonderzoek ten grondslag ligt - verhuizing naar [plaats 2] - dienen naar het oordeel van de rechtbank de vragen en opmerkingen van de vader in verband met de beweegredenen van de moeder tot verhuizing en eventuele vacatures in de omgeving niet opnieuw in het kader van het ouderschapsonderzoek ter discussie te worden gesteld. Met het oog op de door de rechtbank gestelde opschortende voorwaarde aan de te verlenen toestemming tot verhuizing en een doelmatig overleg over een ouderschapsplan na verhuizing acht de rechtbank het verder van belang dat de moeder haar contract met het [naam ziekenhuis], althans informatie van het [naam ziekenhuis] over de stand van zaken rondom de totstandkoming van dit contract en de ingangsdatum van dit contract aan de deskundige en aan de vader verstrekt. Voor het overige dienen de vragen en opmerkingen van de vader te worden betrokken in het ouderschapsonderzoek zoals in het dictum bepaald.
Indien en voor zover partijen niet tot overeenstemming komen, althans niet tot een ouderschapsplan betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige na verhuizing naar [plaats 2], dient het deskundigenrapport antwoord te geven op specifiek de volgende vraag:
* welke zorgregeling is, uitgaande van een verhuizing van de moeder met de minderjarige naar [plaats 2] en in aanmerking nemende de woonplaats van de vader in dat geval, het meest in het belang van de minderjarige wenselijk?
* wanneer dient de betreffende zorgregeling in te gaan?
Nu de advocaat van de moeder zich in deze procedure heeft onttrokken en derhalve niet als contactpersoon kan fungeren, is het van belang dat partijen zelf zo spoedig mogelijk contact opnemen met de deskundige ter bevestiging en concretisering van de afspraak op 4 en 5 oktober 2012. De moeder dient zich met het oog op de verdere voortgang van de procedure te laten bijstaan door een advocaat opdat zij zo nodig nadere stukken kan indienen. De rechtbank biedt haar daartoe de gelegenheid tot na te melden pro forma datum.
De rechtbank zal de behandeling van de zaak in afwachting van de resultaten van het onderzoek aanhouden tot 15 november 2012 pro forma.
Beslissing
De rechtbank:
beveelt een onderzoek door na te noemen deskundige waarbij een oordeel gevraagd wordt als overwogen in het lichaam van deze beschikking, alsook van de beschikking d.d.
18 september 2012;
benoemt als deskundige:
mevrouw drs. B. A. de Vries,
kantoorhoudende te (2596 BA) 's-Gravenhage,
Benoordenhoutseweg 23,
telefoonnummer 070-3245626;
bepaalt dat partijen zo spoedig mogelijk contact opnemen met de deskundige ter bevestiging en concretisering van de afspraak op 4 en 5 oktober 2012;
bepaalt dat de deskundige partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen. De deskundige zal hiervan, alsmede van de inhoud van die opmerkingen en verzoeken en van haar eventuele reactie daarop in haar schriftelijk bericht doen blijken. Indien een partij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doet toekomen, zal de deskundige daarvan terstond afschrift aan de wederpartij verstrekken;
bepaalt dat de advocaat van de vader terstond een afschrift van alle gedingstukken aan de deskundige ter beschikking zal stellen;
stelt het voorschot deskundigenbericht vast op € 2.516,80 incl. BTW;
bepaalt dat hangende de procedure het ten laste van 's-Rijks kas betaalde deel van de kosten van het onderzoek ( € 1.258,40) voorlopig aan de vader in debet zal worden gesteld;
bepaalt dat de deskundige haar werkzaamheden pas dient aan te vangen nadat een bedrag van € 1.258,40 door de moeder is voldaan, gestort op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van het [naam], onder vermelding van zaaknummer [zaaknummer], zulks als voorschot op de nader te bepalen kosten van het deskundigenonderzoek, en vervolgens de griffier de deskundige van de ontvangst daarvan op de hoogte heeft gesteld;
bepaalt dat voornoemd voorschot uiterlijk op 4 oktober 2012 zal zijn gestort;
bepaalt dat de deskundige de rechtbank zal verzoeken om vaststelling van een nader voorschot indien en zodra haar in de loop van het onderzoek blijkt dat dit meer gaat kosten dan het oorspronkelijke voorschot. Beide partijen dienen zich uit te laten over de hoogte van het nadere voorschot, waarna ter zake een beschikking zal volgen;
bepaalt dat de deskundige haar schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend rapport, vergezeld van haar declaratie, zal zenden naar de griffier van deze rechtbank, sector familie-en jeugdrecht, Postbus 20302, 2500 EH 's-Gravenhage, uiterlijk 1 november 2012;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank een afschrift van deze beschikking en de beschikking d.d. 18 september 2012 aan de deskundige zendt;
houdt iedere verdere definitieve beslissing ten aanzien van het verzoek tot vervangende toestemming tot verhuizing, de hoofdverblijfplaats van de minderjarige, de zorgregeling, de proceskosten, alsmede de definitieve vaststelling van de kosten van het deskundigenonderzoek aan tot 15 november 2012 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Ritsema van Eck-van Drempt, S.M. Westerhuis-Evers, C.G. Meeder, kinderrechters, bijgestaan door mr. K. Willems als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 oktober 2012.