ECLI:NL:RBSGR:2012:BY8779
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarigen in het kader van echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 11 december 2012 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing met haar minderjarige kinderen naar een andere gemeente. De moeder, die pleegmoeder is van de minderjarige [minderjarige 2] en de biologische moeder van [minderjarige 1], heeft verzocht om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar vast te stellen en om toestemming te verlenen voor hun verhuizing. De vader, die voogd is van [minderjarige 2] en gezamenlijk gezag uitoefent over [minderjarige 1], heeft verweer gevoerd en verzocht om een verhuisverbod voor de moeder.
Tijdens de zitting op 13 november 2012 zijn de betrokken partijen verschenen, waaronder de moeder en vader met hun advocaten, de biologische vader van [minderjarige 2] en een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken en het verweer van de vader, die stelde dat de verhuizing de kansen op een gelijkwaardig ouderschap na de echtscheiding zou verkleinen. De moeder heeft haar verzoek onderbouwd met de noodzaak om te verhuizen vanwege de verkoop van haar woning en de wens om stabiliteit voor de kinderen te creëren.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de moeder ontvankelijk is in haar verzoeken ten aanzien van [minderjarige 1], maar niet ten aanzien van [minderjarige 2], omdat zij niet de voogdij over deze minderjarige heeft. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om toestemming voor verhuizing afgewezen, omdat het prematuur was en er geen dringende redenen waren om nu al een beslissing te nemen. Het verzoek van de vader om een verhuisverbod is eveneens afgewezen. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd en iedere partij opgedragen de eigen kosten te dragen.