ECLI:NL:RBSGR:2012:BY6971
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Tamilse eiser en beoordeling van risico op schending van artikel 3 EVRM bij terugkeer naar Sri Lanka
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 6 december 2012 uitspraak gedaan in het beroep van een Tamilse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. De eiser, die stelt dat hij in Sri Lanka is vervolgd vanwege zijn betrokkenheid bij de Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE), heeft zijn aanvraag ingediend op 7 december 2009. De minister heeft de aanvraag afgewezen op basis van het ontbreken van documenten die zijn identiteit en reisroute kunnen bevestigen, en heeft de verklaringen van de eiser als ongeloofwaardig beoordeeld. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder de risico's op schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) bij terugkeer naar Sri Lanka, zorgvuldig overwogen. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de recente ontwikkelingen en rapporten over de situatie van Tamilse asielzoekers in Sri Lanka. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie voor terugkerende Tamils in 2012 wezenlijk is verslechterd ten opzichte van eerdere rapportages. Hierdoor heeft de rechtbank het bestreden besluit vernietigd en de minister opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij de proceskosten van de eiser zijn vergoed.