ECLI:NL:RBSGR:2012:BY5003
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de terbeschikkingstelling en de maximeringsproblematiek in een strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 4 december 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1970 in Turkije. De rechtbank diende te beoordelen of de terbeschikkingstelling was opgelegd ter zake van een gewelddelict en of deze gemaximeerd kon worden. De rechtbank constateerde dat zowel de verdediging als de officier van justitie geen expliciet standpunt hadden ingenomen over de maximeringsproblematiek, wat leidde tot de beslissing om het onderzoek te heropenen. Dit gaf de partijen de gelegenheid om hun standpunten kenbaar te maken, inclusief de mogelijkheden voor een rechterlijke machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van eerdere beslissingen, waaronder een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 oktober 2002, waarbij de terbeschikkingstelling was opgelegd. De terbeschikkinggestelde had in raadkamer aangegeven een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling te willen, terwijl de officier van justitie bij de vordering bleef. De rechtbank heeft de geweldshandelingen die aan de terbeschikkingstelling ten grondslag lagen, beoordeeld en vastgesteld dat deze bestonden uit diefstal met geweld, wat de ernst van de zaak onderstreept.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het onderzoek te heropenen en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman op te roepen voor de hervatting van het onderzoek. Deze beslissing werd genomen om ervoor te zorgen dat alle relevante standpunten en mogelijkheden in de zaak aan bod konden komen, met inachtneming van de juridische kaders en eerdere uitspraken.