ECLI:NL:RBSGR:2012:BY4974
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toegangsweigering en vrijheidsontnemende maatregel in vreemdelingenrechtelijke context
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 26 november 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Ghanese eiseres en de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. De eiseres had op 5 november 2012 beroep ingesteld tegen een vrijheidsontnemende maatregel die haar was opgelegd na een toegangsweigering tot Nederland op 3 september 2012. De rechtbank oordeelde dat de toegangsweigering nog steeds van kracht was, ondanks de asielaanvraag van de eiseres op 12 november 2012. De rechtbank stelde vast dat de verweerder het besluit tot toegangsweigering niet had ingetrokken en dat de eiseres niet automatisch recht had op toegang tot Nederland door het indienen van een asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat de vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) rechtmatig was opgelegd.
De rechtbank overwoog verder dat indien de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel in strijd zou zijn met de Vw, zij het beroep gegrond zou verklaren. Echter, in dit geval was er geen aanleiding om te concluderen dat de maatregel onrechtmatig was. De rechtbank wees ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen grond was om de vrijheidsontnemende maatregel op te heffen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor vreemdelingen om tijdig en correct te reageren op toegangsweigeringen en de gevolgen daarvan voor hun recht op asiel.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.