ECLI:NL:RBSGR:2012:BY4970
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Greeuw
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voortduring van de maatregel van bewaring in het kader van de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de voortduring van de maatregel van bewaring, opgelegd op 3 augustus 2012. Eiser, een staatloze asielzoeker, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel om de maatregel van bewaring voort te zetten. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de overname van eiser door de Franse autoriteiten beoordeeld, in het kader van de Dublinverordening.
De rechtbank overweegt dat verweerder, de minister, niet kan worden verweten dat hij onvoldoende voortvarend heeft gehandeld bij het indienen van het overnameverzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder binnen de geldende termijn van drie weken een nieuw overnameverzoek heeft ingediend na een negatief antwoord van de Franse autoriteiten. Bovendien heeft de rechtbank geconstateerd dat de Franse autoriteiten op 27 september 2012 akkoord zijn gegaan met de overname van eiser, wat op 1 oktober 2012 door verweerder is bevestigd.
Eiser heeft betoogd dat er inconsistenties zijn in de communicatie van verweerder en dat de voortduring van de maatregel van bewaring niet gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de voortduring van de maatregel van bewaring, gezien de belangenafweging en de omstandigheden van de zaak, in redelijkheid gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de opheffing van de maatregel van bewaring niet werd bevolen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.