ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2870
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheidsbepaling onder Vo 343/2003
In deze zaak heeft verzoekster op 12 februari 2009 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. Deze aanvraag werd op 19 oktober 2009 door verweerder afgewezen, omdat er volgens verweerder sprake was van een contra-indicatie die aan statusverlening in de weg stond. Verweerder heeft de aanvraag niet inhoudelijk beoordeeld, maar later het besluit ingetrokken en vastgesteld dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van het asielverzoek van verzoekster. Dit leidde tot een nieuw besluit op 5 juli 2012, waarin de aanvraag opnieuw werd afgewezen.
Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 1 november 2012 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat de termijn voor overname op grond van Vo 343/2003 niet was verstreken, omdat het hier ging om terugname en niet om overname. De voorzieningenrechter concludeerde dat verweerder de behandeling van het asielverzoek aan zich had getrokken en dat er geen basis was voor een claimverzoek aan de Spaanse autoriteiten.
De voorzieningenrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, maar wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 874,00. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.