ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2870

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 12 / 21961 en Awb 12 / 21958
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en verantwoordelijkheidsbepaling onder Vo 343/2003

In deze zaak heeft verzoekster op 12 februari 2009 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. Deze aanvraag werd op 19 oktober 2009 door verweerder afgewezen, omdat er volgens verweerder sprake was van een contra-indicatie die aan statusverlening in de weg stond. Verweerder heeft de aanvraag niet inhoudelijk beoordeeld, maar later het besluit ingetrokken en vastgesteld dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van het asielverzoek van verzoekster. Dit leidde tot een nieuw besluit op 5 juli 2012, waarin de aanvraag opnieuw werd afgewezen.

Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 1 november 2012 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat de termijn voor overname op grond van Vo 343/2003 niet was verstreken, omdat het hier ging om terugname en niet om overname. De voorzieningenrechter concludeerde dat verweerder de behandeling van het asielverzoek aan zich had getrokken en dat er geen basis was voor een claimverzoek aan de Spaanse autoriteiten.

De voorzieningenrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, maar wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 874,00. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE
Nevenzittingsplaats ’s-Hertogenbosch
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/21961 (voorlopige voorziening)
AWB 12/21958 (beroep)
Uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 november 2012
inzake
[verzoekster],
geboren op 11 augustus 1981,
van Somalische nationaliteit,
verzoekster,
gemachtigde mr. Y.G.F.M. Coenders,
tegen
de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,
verweerder,
gemachtigde mr. L. Verheijen.
Procesverloop en feiten
Verzoekster heeft op 12 februari 2009 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. Bij besluit van 19 oktober 2009 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Hiertoe heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat verzoekster haar vingertoppen had gemanipuleerd, als gevolg waarvan het niet mogelijk is geweest om van haar een goed dactyloscopisch signalement te vervaardigen. Verder heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat verzoekster haar reisrelaas toerekenbaar niet met relevante documenten heeft onderbouwd en dat zij omtrent die reis tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Verzoekster heeft aldus het onderzoek in het kader van Verordening (EG) 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (Vo 343/2003) gefrustreerd en het voor verweerder onmogelijk gemaakt om te beoordelen welk land verantwoordelijk is voor de behandeling van haar asielverzoek. Hierdoor is er volgens verweerder op voorhand sprake van een contra-indicatie die aan statusverlening in de weg staat. Verweerder is dan ook niet toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het asielrelaas.
Verzoekster heeft tegen het besluit van 19 oktober 2009 beroep aangetekend. Op
15 september 2010 is het verweerder alsnog gelukt een dactyloscopisch signalement te vervaardigen. Uit het Eurodac search result van die datum is gebleken dat verzoekster staat geregistreerd in Spanje. Verweerder heeft gesteld dat verzoekster dit gegeven moedwillig heeft verzwegen en heeft hierin een bevestiging gezien voor het standpunt dat verzoekster het onderzoek heeft gefrustreerd.
Bij uitspraak van 27 december 2010 heeft de rechtbank ‘s-Gravenhage, nevenzittingsplaats ’s-Hertogenbosch, verweerder gevolgd in deze redenering en het beroep van verzoekster ongegrond verklaard. Op 21 januari 2011 heeft verzoekster hoger beroep aangetekend tegen deze uitspraak.
Bij brief van 4 mei 2012 heeft verweerder het besluit van 19 oktober 2009 ingetrokken.
Op 13 juni 2012 hebben de Spaanse autoriteiten het claimverzoek van verweerder op grond van Vo 343/2003 gehonoreerd.
Bij besluit van 5 juli 2012, genomen in de verlengde asielprocedure, heeft verweerder de aanvraag van verzoekster van 12 februari 2009 afgewezen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Tegen dit besluit heeft verzoekster op 9 juli 2012 beroep ingesteld. Tevens heeft verzoekster de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht om hangende het beroep een voorlopige voorzieningen te treffen.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 9 oktober 2012, waar verzoekster in persoon is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Ingevolge artikel 8:86, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter – indien hij van oordeel is dat na de zitting waarop het verzoek is behandeld, nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak – onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak. In de uitnodiging voor de zitting zijn partijen op deze bevoegdheid van de voorzieningenrechter gewezen.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de bedoelde situatie zich hier voordoet en zal derhalve onmiddellijk uitspraak doen in de aanhangige hoofdzaak.
4. Ingevolge artikel 30, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000
(Vw 2000) wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 28 van deze wet, afgewezen, indien een ander land, partij bij het Vluchtelingenverdrag, ingevolge een verdrag of een dit land en Nederland bindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval is van toepassing Vo 343/2003.
5. Op 13 juni 2012 hebben de Spaanse autoriteiten medegedeeld akkoord te gaan met de terugname van verzoekster op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder e, van
Vo 343/2003.
6. Verzoekster ontkent dat zij in Spanje een asielaanvraag heeft ingediend en stelt dat er sprake is van een persoonsverwisseling. De voorzieningenrechter volgt verzoekster hierin niet en overweegt daartoe het volgende. Uit de resultaten van het Eurodac-onderzoek van 15 september 2010 blijkt dat verzoekster in Spanje is geregistreerd onder referentienummer ES10828093000600. De vermelding van het cijfer “1” duiden erop dat verzoekster in Spanje een asielverzoek heeft ingediend. De voorzieningenrechter wijst naar op het bepaalde in bijlage II, lijst A, sub II, van Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003, houdende uitvoeringsbepalingen van Vo 343/2003 (Vo 1560/2003). Uit deze bijlage blijkt dat Eurodac-gegevens bewijs opleveren voor een lopend of eerder asielverzoek. Daarmee is het verzoek om terugname in voldoende mate gemotiveerd. De enkele, niet nader onderbouwde, stelling van verzoekster dat zij in Spanje geen asiel heeft aangevraagd en dat er sprake is geweest van een persoonsverwisseling, levert geen concrete aanknopingspunten op voor twijfel aan de juistheid van de uitslag van het dactyloscopisch onderzoek.
7. Verzoekster stelt dat de termijn voor overname op grond van Vo 343/2003 inmiddels verstreken. Ook dit betoog faalt, aangezien ten aanzien van verzoekster geen sprake is van overname, maar van terugname. Vo 343/2003 kent geen termijnen voor het indienen van een claimverzoek bij de autoriteiten van een andere lidstaat.
8. Verzoekster voert voorts aan dat verweerder haar asielverzoek van 12 februari 2009 inhoudelijk in behandeling heeft genomen. Dit staat in de weg aan een claimverzoek aan en een overname door Spanje. Verweerder stelt daarentegen dat hij in het besluit van
19 oktober 2009 niet is toegekomen aan een beoordeling van het asielrelaas, aangezien die beoordeling niet mogelijk is geweest door het ontbreken van reisdocumenten en het frustreren van het onderzoek door verzoekster.
9. Dit geschilpunt wordt beheerst door de bepaling van artikel 2, aanhef en onder e), van Vo 343/2003. In deze bepaling is “behandeling van een asielverzoek” gedefinieerd als: alle maatregelen in verband met de behandeling van en beslissingen of uitspraken van bevoegde instanties over een asielverzoek overeenkomstig het nationaal recht, met uitzondering van de procedures waarbij wordt bepaald welke lidstaat krachtens de bepalingen van deze verordening verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek.
10. Verweerder heeft op 19 oktober 2009 een besluit op de asielaanvraag van verzoekster genomen. Aldus heeft verweerder het asielverzoek in behandeling genomen, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder e), van Vo 343/2003. Door te beslissen op de asielaanvraag is verweerder verder gegaan dan het volgen van een procedure die strikt ten doel heeft om te bepalen welk land verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Hieraan doet niet af dat verweerder niet is toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het asielrelaas van verzoekster. Evenmin is relevant dat verweerder het besluit van
19 oktober 2009 heeft ingetrokken.
11. Uit het vorenstaande vloeit voort dat verweerder de behandeling van het asielverzoek aan zich heeft getrokken. Vo 343/2003 biedt voor verweerder geen basis om nadien alsnog een claimverzoek te doen aan de Spaanse autoriteiten. Het ontbreken van die basis wordt niet geheeld door de expliciete instemming van de Spaanse autoriteiten met de terugname van verzoeker.
12. Al op grond hiervan is het beroep gegrond en dient het bestreden besluit te worden vernietigd. De voorzieningenrechter komt dan ook niet toe aan de bespreking van de resterende geschilpunten tussen partijen. De voorzieningenrechter zal het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afwijzen.
13. De voorzieningenrechter ziet in de omstandigheid dat het beroep gegrond wordt verklaard aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze kosten zijn met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage begroot op in totaal € 874,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand:
• 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) verzoekschrift/beroepschrift;
• waarde per punt € 437,00;
• wegingsfactor 1.
14. Beslist wordt als volgt.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten, vastgesteld op
€ 874,00;
- bepaalt dat het bedrag van de proceskosten moet worden voldaan aan de griffier.
Aldus gedaan door mr. R.J.A. Schaaf als voorzieningenrechter in tegenwoordigheid van
P. Bijen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2012.
__________________________
Partijen kunnen tegen deze uitspraak, voor zover daarbij in de hoofdzaak is beslist, hoger beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak
Hoger beroep vreemdelingenzaken.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt vier weken na verzending van de uitspraak door de griffier. Artikel 85 van de Vw 2000 bepaalt dat het beroepschrift een of meer grieven tegen de uitspraak bevat. Artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt onder meer dat bij het beroepschrift een afschrift moet worden overgelegd van de uitspraak. Artikel 6:6 van de Awb is niet van toepassing.
Afschriften verzonden: