ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2050
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking arbeid als zelfstandige en inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 november 2012 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'arbeid als zelfstandige'. Eiser, een Turkse nationaliteit houder, had eerder meerdere aanvragen ingediend, die alle waren afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het thans bestreden besluit, dat de ongegrondverklaring van het bezwaar tegen de afwijzing van de aanvraag van 30 september 2011 betreft, van gelijke strekking is als een eerder besluit van 5 september 2011. Eiser had geen nieuw feit of veranderde omstandigheid aangevoerd die een herbeoordeling rechtvaardigde. De rechtbank concludeerde dat de formele rechtskracht van het eerdere besluit aan eiser kan worden tegengeworpen.
Daarnaast had de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel aan eiser een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd. De rechtbank oordeelde dat dit inreisverbod niet in strijd is met de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Turkije, omdat eiser aan deze overeenkomst geen rechten ontleent. Eiser's argument dat het inreisverbod een toekomstige aanvraag zou bemoeilijken, werd eveneens verworpen. De rechtbank stelde vast dat de wetgeving voorziet in de mogelijkheid om een inreisverbod op te heffen bij een nieuwe aanvraag op basis van het Associatierecht.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.