ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1767

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
425501 / HA RK 12-474 Wrakingnummer 2012/53
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van alle rechters van de rechtbank 's-Gravenhage

In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen alle rechters van de rechtbank 's-Gravenhage. Het verzoek is gebaseerd op een vermeend gebrek aan onafhankelijkheid van de rechters. Verzoekster stelt dat een rechter van deze rechtbank, mr. [X], lid is van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve Officieren (KVNRO) en dat dit de schijn van partijdigheid wekt. Daarnaast is er een relatie tussen de echtgenote van een advocaat van de wederpartij en een rechter van deze rechtbank, wat ook bijdraagt aan de schijn van partijdigheid. Tijdens de zitting heeft verzoekster benadrukt dat de wraking niet specifiek gericht is op de behandelend rechter, maar op alle rechters van de rechtbank.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde gronden niet voldoende zijn om tot wraking over te gaan. Volgens vaste jurisprudentie kan een algemeen gebrek aan onafhankelijkheid van alle rechters geen goede grond voor wraking opleveren. Er zijn geen specifieke feiten of omstandigheden aangevoerd die duiden op vooringenomenheid van de behandelend rechter. Daarom heeft de wrakingskamer het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.

De beslissing is genomen door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit mr. E.A.G.M. van Rens, mr. J.G.J. Brink en mr. T.F. Hesselink, en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2012. De procesgang in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.

Uitspraak

beslissing
WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Meervoudige wrakingskamer
Wrakingnummer 2012/53
rekestnummer: 425501 / HA RK 12-474
zaaksnr: AWB 11/9714 en AWB 11/9716
datum beschikking: 1 oktober 2012
BESLISSING
op het mondelinge verzoek tot wraking ingevolge artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekster,
gemachtigde: [gemachtigde]
strekkende tot wraking van:
mr. B. Meijer,
rechter in de rechtbank te 's-Gravenhage,
hierna te noemen: de rechter.
Belanghebbende:
de minister van Defensie,
zetelend te 's-Gravenhage,
gemachtigde: mr. K. Wilkeshuis.
1. De voorgeschiedenis en het procesverloop
Op 15 augustus 2012 zijn ter zitting van de enkelvoudige kamer van deze rechtbank, sector bestuursrecht, de beroepen van verzoekster tegen de besluiten van belanghebbende behandeld.
Ter zitting heeft verzoekster de rechter gewraakt. Bij brief van 21 augustus 2012 heeft de rechter te kennen gegeven niet in de wraking te berusten en haar standpunt terzake kenbaar gemaakt.
2. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek
Op 17 september 2012 is ter openbare terechtzitting van deze wrakingskamer het wrakingsverzoek behandeld. De gemachtigde van verzoekster heeft aldaar het wrakingsverzoek toegelicht. De rechter is - zoals vooraf bericht - niet verschenen. De belanghebbende is niet vertegenwoordigd ter zitting.
3. Het standpunt van verzoekster
Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat haar beroep niet door deze rechtbank, maar door een andere rechtbank behandeld dient te worden. Zij heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd.
Een rechter van deze rechtbank - mr. [X] - is lid van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve Officieren (KVNRO) en uit dien hoofde nauw betrokken bij het onderwerp van de beroepsprocedure. Mr. [X] heeft aan de gemachtigde van eiseres te kennen gegeven dat het een goede zaak is dat de gemachtigde kritisch is over de financiële verslaglegging van de KVNRO. Dit wekt de schijn van partijdigheid. Voorts is de echtgenote van een advocaat werkzaam bij hetzelfde kantoor (Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn) als mr. Wilkeshuis rechter in deze rechtbank. Dit, terwijl mr. Wilkeshuis optreedt voor de wederpartij van verzoekster.
4. Het standpunt van de rechter
De rechter heeft zich op het standpunt gesteld dat het wrakingsverzoek zich uitdrukkelijk niet richt tot de persoon van de rechter, terwijl ook de aangevoerde wrakingsgronden geen feiten of omstandigheden betreffen die de persoon van de rechter aangaan. Het wrakingsverzoek is dan ook gericht tot alle rechters van deze rechtbank, hetgeen volgens vaste jurisprudentie niet mogelijk is.
5. De beoordeling
Het door verzoekster ingediende verzoek tot wraking behelst het wraken van alle rechters van deze rechtbank. Een beweerd gebrek aan onafhankelijkheid van alle rechters van de rechtbank 's-Gravenhage kan volgens vaste jurisprudentie evenwel geen goede grond voor wraking opleveren.
Feiten of omstandigheden die op vooringenomenheid van de behandelend rechter duiden zijn niet aangevoerd, terwijl daarvan ook niet gebleken is. Ter zitting is namens verzoekster nadrukkelijk gesteld dat de wraking niet de persoon van de behandelend rechter betreft.
Gelet op het vorenstaande wordt het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
6. De beslissing
De wrakingskamer:
- verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek;
- bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek;
- beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 8:18, derde lid, van de Awb wordt toegezonden aan:
- verzoekster;
- de rechter, mr. Meijer;
- belanghebbende, via haar gemachtigde, mr. K. Wilkeshuis.
Deze beslissing is gegeven door mr. E.A.G.M. van Rens, mr. J.G.J. Brink en mr. T.F. Hesselink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Snoeijer als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2012.