ECLI:NL:RBSGR:2012:BY0524
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 16 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen. De verzoekschriften zijn ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, die de noodzaak van verdere hulpverlening voor de minderjarigen onderbouwt met rapporten van het Haags Ambulatorium. De vader van de minderjarigen heeft ingestemd met de verzoeken, terwijl de moeder verweer heeft gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen sub 1 en 2 en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige sub 3. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een bedreigde ontwikkeling van de minderjarigen sub 1 en 2, wat de verlenging van de ondertoezichtstelling rechtvaardigt. De rechtbank oordeelt dat de hulpverlening in een gedwongen kader noodzakelijk is, gezien de problematiek van de minderjarigen en de negatieve beeldvorming van de vader door hen.
De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarigen verlengd tot 9 september 2013 en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige sub 3 eveneens verlengd. De rechtbank benadrukt het belang van een veilige en stabiele omgeving voor de minderjarige sub 3, die momenteel in een pleeggezin verblijft. De rechtbank concludeert dat de huidige situatie in het pleeggezin het beste is voor de ontwikkeling van de minderjarige sub 3, gezien de instabiele thuissituatie bij de moeder en de problematiek van de andere minderjarigen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.