ECLI:NL:RBSGR:2012:BX8497
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen dagvaarding en onrechtmatige aanhouding in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 14 september 2012 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift tegen een dagvaarding. De raadsman van de verdachte voerde aan dat het Landelijk Parket niet bevoegd was tot vervolging, omdat de zaak geen duidelijk regio-overschrijdend karakter had. Daarnaast stelde hij dat de delictomschrijving niet kon worden voldaan en dat de aanhouding van zijn cliënt onrechtmatig was wegens het ontbreken van een redelijk vermoeden van schuld. De rechtbank heeft het bezwaarschrift in raadkamer behandeld en de verdachte gehoord. De officier van justitie concludeerde tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift.
De rechtbank overwoog dat het onwaarschijnlijk was dat de strafrechter tot een bewezenverklaring zou komen. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en stelde de verdachte buiten vervolging. De rechtbank oordeelde dat de aanhouding onrechtmatig was, waardoor verdere beslaglegging op de eigendommen van de verdachte ook onrechtmatig was. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een bewezen feit, omdat de persoon waarmee de verdachte contact had, de geobjectiveerde leeftijd van zestien jaar al had bereikt. Dit betekende dat er niet voldaan kon worden aan de delictsomschrijving van artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank benadrukte dat de intentie van de verdachte om contact te hebben met een minderjarige niet voldoende was om tot strafbaarheid te komen, aangezien er feitelijk geen communicatie had plaatsgevonden met iemand jonger dan zestien jaar. De rechtbank volgde de redenering van de raadsman en concludeerde dat de zaak niet tot een veroordeling kon leiden. De beslissing werd genomen in raadkamer te 's-Gravenhage, waarbij de rechtbank de verdachte buiten vervolging stelde.