ECLI:NL:RBSGR:2012:BX8188
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen dagvaarding terzake grooming gegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 september 2012 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift tegen een dagvaarding ter zake van grooming, zoals omschreven in artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had via internet gecommuniceerd met personen die zich als minderjarigen voordeden, maar dit bleken politieambtenaren te zijn. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de moreel verwerpelijke intenties van de verdachte, er geen feitelijke ontmoeting met een minderjarige had kunnen plaatsvinden. Hierdoor voldeed de situatie niet aan de delictsomschrijving van grooming.
De rechtbank behandelde het bezwaarschrift in raadkamer, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.F.J. Smeets. De officier van justitie had geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie. De rechtbank stelde vast dat de wetgever in artikel 248e WvSr een geobjectiveerde leeftijd van 16 jaar hanteert. Dit betekent dat als iemand objectief gezien ouder is dan 16 jaar, maar de verdachte dacht dat het om een minderjarige ging, er geen sprake kan zijn van strafbaarheid.
De rechtbank concludeerde dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat bij een inhoudelijke behandeling tot een bewezenverklaring zou worden gekomen. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de aanhouding van de verdachte onrechtmatig was, omdat er geen redelijk vermoeden van schuld bestond. Dit leidde tot de uitsluiting van bewijs dat was verkregen na de onrechtmatige aanhouding.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het bezwaarschrift gegrond en stelde de verdachte buiten vervolging voor de ten laste gelegde feiten. Deze beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de rechters de argumenten van de raadsman en de officier van justitie zorgvuldig afwogen.