1. Indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak, ingevolge artikel 8:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. De verblijfsvergunning regulier, zoals bedoeld in artikel 14 Vw , kan worden afgewezen op grond van artikel 16, eerste lid, onder g, Vw, indien de vreemdeling niet voldoet aan de beperking, verband houdende met het doel waarvoor hij wil verblijven. De bijzondere voorwaarden, waaronder een verblijfsvergunning onder de beperking verband houdende met het doel “verblijf als kennismigrant” wordt verleend, zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk B15 Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
3. In artikel 14, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 (Vw) is bepaald dat een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend onder beperkingen, verband houdende met het doel waarvoor het verblijf is toegestaan.
4. Krachtens artikel 3.4, eerste lid, onder y, Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) kan de beperking, zoals bedoeld in artikel 14, tweede lid, Vw 2000 onder meer verband houden met het verblijf als kennismigrant als bedoeld in artikel 1d Besluit uitvoering Wav.
5. Ingevolge artikel 2, eerste lid, Wav is het een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning.
6. Uit artikel 1d, eerste lid, aanhef en onder a, Besluit uitvoering Wav, volgt dat het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, Wav, niet van toepassing is met betrekking tot een vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft op grond van artikel 8, onderdelen a, b, c, d, e, k of l, Vw of een vreemdeling die in het bezit is van een mvv die overeenkomt met het verblijfsdoel “kennismigrant” waarvoor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet is aangevraagd en die als kennismigrant, zoals bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder y, Vb in Nederland wordt tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst of een ambtelijke aanstelling en van wie het overeengekomen vaste, naar tijdruimte en in geld vastgestelde loon als vergoeding voor zijn arbeid dat hij van de werkgever ontvangt, indien hij de leeftijd van dertig jaar niet heeft bereikt, ten minste € 37.121 per jaar bedraagt, dan wel indien hij dertig jaar of ouder is, ten minste € 50.6019 per jaar bedraagt.
7. Voorts blijkt uit artikel 1d Besluit uitvoering Wav dat het bovengenoemde slechts geldt indien van de werkgever van de vreemdeling een bij ministeriële regeling vastgestelde verklaring is ontvangen, betreffende op de werkgever rustende verplichtingen. Uit artikel 3.25a Voorschrift Vreemdelingen (VV) volgt dat het model van de verklaring, zoals bedoeld in voornoemd artikel, is opgenomen in bijlage 12a VV.
8. Ingevolge paragraaf B15/4.1 Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) is het gelet op de versnelde toelatingsprocedure ten aanzien van kennismigranten voor verweerder van belang om vast te stellen of het aannemelijk is dat de werkgever de verplichtingen die hij in eerdergenoemde verklaring aangaat, ook daadwerkelijk zal (kunnen) nakomen. De werkgever dient dan ook de in deze paragraaf genoemde stukken te overleggen. Voorts volgt uit het beleid dat verweerder de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning onder de beperking “verblijf als kennismigrant” afwijst, indien niet aannemelijk is dat de werkgever de in de overgelegde verklaring neergelegde verplichtingen zal (kunnen) nakomen.
9. Uit het beleid in paragraaf B15/5.1 Vc blijkt dat het looncriterium een bijzondere voorwaarde vormt voor verlening van een verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant. Het looncriterium voor kennismigranten wordt conform het gestelde in artikel 1d, derde lid, Besluit uitvoering Wav, jaarlijks met ingang van elk kalenderjaar herzien met inachtneming van de procentuele wijziging van het meest recente indexcijfer van de CAO-lonen. Voorts is van belang dat de vereiste premies en belastingen moeten worden afgedragen door de werkgever. Krachtens paragraaf B15/5.1.1 Vc heeft het looncriterium betrekking op het vaste contractueel overeengekomen en in geld vastgestelde bruto loon. De waarde van niet in geld uitgekeerd loon en de waarde van onzekere loonbestanddelen als overwerkvergoedingen, fooien en uitkeringen uit fondsen worden derhalve niet meegeteld. Vaste toeslagen zoals de vakantietoeslag en een dertiende maand kunnen bij dit bruto loon wel worden meegerekend. Ingevolge paragraaf B15/2.1.2 Vc wordt het beschikken over inkomen uit arbeid in loondienst aangetoond door het overleggen van een afschrift van de arbeidsovereenkomst of het aanstellingsbesluit.
10. Ingevolge artikel 3.30a Vb kan een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 14 Vw, worden verleend onder een beperking verband houdend met arbeid als kennismigrant aan een vreemdeling als bedoeld in artikel 1d van het Besluit uitvoering wav, tenzij het overeengekomen loon naar het oordeel van onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid sterk afwijkt van het loon dat voor de te verrichten werkzaamheden in overeenkomstige functies gebruikelijk is.
11. Uit het beleid in paragraaf B15/5.1.3 Vc volgt het volgende:
De IND wijst een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf of een verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf als kennismigrant’ af of trekt deze in als sprake is van een loon dat naar het oordeel van de minister van SZW niet marktconform is.
Als de IND indicaties heeft dat het loon niet marktconform is, wordt een advies gevraagd aan het UWV WERKbedrijf of een bepaalde beloning wel of niet marktconform is.
De IND stelt de werkgever eerst in de gelegenheid om het volgende met (aanvullende) stukken inzichtelijk te maken:
a. de aard van het bedrijf en het totale personeelsbestand van het bedrijf;
b. de opleiding van de kennismigrant. De werkgever moet inzichtelijk maken dat de kennismigrant over bepaalde kwalificaties beschikt. Dit kan de werkgever aantonen door het overleggen van diploma’s en/of getuigschriften van de kennismigrant. Kopieën van diploma’s en getuigschriften moeten zijn gewaardeerd door het Nuffic;
c. informatie over de functie die de kennismigrant gaat vervullen.
De werkgever moet:
- aangeven wat de naam van de functie is en welke taken de kennismigrant binnen deze functie gaat vervullen; en
- aantonen welke speciale deskundigheid op het gebied van opleiding en werkervaring nodig is om deze functie te doen vervullen door een kennismigrant;
d. aanvullende informatie over de arbeidsplaats. De werkgever moet:
- aangeven of er een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) van toepassing is, en zo ja, welke; en
- inzichtelijk maken dat het loon en andere arbeidsvoorwaarden (inclusief de overige vergoedingen die aan de kennismigrant betaald gaan worden), overeenkomen met de laatst overeengekomen CAO.
Als geen sprake is van een CAO moet de werkgever informatie verstrekken dat het loon en andere arbeidsvoorwaarden overeenkomen met vergelijkbare functies.
Alle stukken moeten zijn opgesteld in het Nederlands of zijn vertaald door een vertaler die door de Nederlandse rechtbank is beëdigd.
De nieuwe voorwaarde geldt, ingevolge artikel 3.103 Vb, voor alle aanvragen om een verblijfsvergunning of machtiging tot voorlopig verblijf met als doel: ‘verblijf als kennismigrant’, die zijn ingediend op of na 19 juni 2011.