ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6433

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
10 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
401609 / HA RK 2011.486
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A. Koppen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van Europees betalingsbevel en ontvankelijkheid van verzoek tot heroverweging

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 augustus 2012 uitspraak gedaan in een procedure betreffende een Europees betalingsbevel. Het betalingsbevel, dat op 8 november 2011 was afgegeven, betrof een vordering van de Duitse onderneming Hebaform Küchen GmbH tegen de besloten vennootschap KEUKENCENTRUM MARSSUM B.V. Het betalingsbevel was uitvoerbaar verklaard op 3 januari 2012, maar Marssum had geen verweerschrift ingediend binnen de gestelde termijn van 30 dagen. Op 29 mei 2012 diende Marssum een verweerschrift in, dat door de rechtbank werd opgevat als een verzoek tot heroverweging van het eerder afgegeven betalingsbevel. De rechtbank oordeelde dat dit verzoek te laat was ingediend, aangezien het uiterlijk op 23 mei 2012 bij de rechtbank had moeten zijn ingekomen. De rechtbank concludeerde dat Marssum niet-ontvankelijk was in haar verzoek tot heroverweging.

De rechtbank overwoog verder dat de betekening van het betalingsbevel correct was uitgevoerd en dat Marssum niet had aangetoond dat er gronden waren voor heroverweging. De rechtbank benadrukte dat in de Europese betalingsbevelprocedure geen sprake is van een vonnis, maar van een uitvoerbaar verklaard betalingsbevel, waartegen geen verzet of hoger beroep openstaat. De rechtbank verklaarde Marssum niet-ontvankelijk in haar verzoek tot heroverweging, omdat het verzoek niet tijdig was ingediend en er geen relevante gronden waren aangevoerd.

Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van verweerschriften in het kader van de Europese betalingsbevelprocedure en de noodzaak voor partijen om zich bewust te zijn van de specifieke regels en termijnen die in deze procedures gelden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector kanton
De rechtbank heeft kennis genomen van het aangehechte Europees betalingsbevel van
8 november 2011 met zaaknummer 401609 / HA RK 2011.486, met uitvoerbaar-verklaring van 3 januari 2012 in de zaak van
HEBAFORM KÜCHEN [A] GmbH,
gevestigd te [woonplaats] (Duitsland),
eiser in de betalingsbevelprocedure,
verweerder in de heroverweging,
advocaat mr. E. Pfahler te Amsterdam,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KEUKENCENTRUM MARSSUM B.V.,
gevestigd te Marssum,
verweerder in de betalingsbevelprocedure,
verzoeker in de heroverweging,
advocaat mr. S.A.G. de Vries te Leeuwarden.
Partijen worden hierna aangeduid met 'Hebaform' en 'Marssum'.
1.Het procesverloop
1.1.Op 29 mei 2012 heeft mr. De Vries namens Marssum een verweerschrift ingediend. De rechtbank zal dit verweerschrift opvatten als een verzoek tot heroverweging als bedoeld in artikel 20 van de Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (verder te noemen: de Verordening).
1.2.Mr. Pfahler heeft bij brieven van 16 en 17 juli 2012 namens Rechtsanwalt Hans-Peter Burghardt, curator in het faillissement van Hebaform, gereageerd.
2.Het verzoek tot heroverweging en het verweer
2.1.Marssum voert het volgende aan. Bij exploit van 25 april 2012 is aan haar de uitvoerbaarverklaring van het betalingsbevel betekend. Marssum kan zich niet vinden in dat bevel. Zij stelt nimmer kennis te hebben kunnen nemen van een vonnis waaraan het bevel refereert. Hierdoor is verzet niet mogelijk zodat het onderhavige verweer wordt ingediend. Marssum voert vervolgens inhoudelijk verweer.
2.2.Hebaform is van mening dat de betekening van het Europees betalingsbevel geheel volgens de regels is gebeurd. De adressering is correct en het poststuk is aldaar rechtsgeldig uitgereikt.
3.De beoordeling
3.1.Het betalingsbevel van 8 november 2011 is op dezelfde datum door de griffier toegezonden aan Marssum. De rechtbank heeft de beschikking over een op
9 november 2011 ondertekende ontvangstbevestiging. Hieruit blijkt dat het betalingsbevel op 9 november 2011 is uitgereikt aan een persoon die aanwezig was op het zaakadres van Marssum. De rechtbank kan er daarbij vanuit gaan dat de betreffende postbode zich er van heeft vergewist dat die persoon bevoegd was het poststuk in ontvangst te nemen. Dit leidt tot de conclusie dat het betalingsbevel op de wijze als is voorgeschreven in artikel 5 aanhef en onder a van de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure (verder te noemen: de Uitvoeringswet) correct aan Marssum ter kennis is gebracht. Marssum heeft vervolgens 30 dagen nadat het bevel aan haar was betekend de gelegenheid gehad een verweerschrift in te dienen. Van deze mogelijkheid is door Marssum geen gebruik gemaakt, zodat de rechtbank overeenkomstig het bepaalde in artikel 18, eerste lid, van de Verordening het betalingsbevel uitvoerbaar kon verklaren. De uitvoerbaarverklaring is afgegeven op 3 januari 2012 en bij exploit van 25 april 2012 aan Marssum betekend.
3.2.Artikel 9 van de Uitvoeringswet bepaalt onder meer dat een verzoek tot heroverweging gedaan moet worden binnen vier weken nadat de grond voor heroverweging aan de verweerder (Marssum) bekend is geworden. Marssum voert zelf aan dat zij bij de betekening door de deurwaarder op 25 april 2012 van de beslissing tot uitvoerbaarverklaring bekend is geworden met het bestaan van het betalingsbevel. Het verzoek tot heroverweging had derhalve uiterlijk 23 mei 2012 bij de rechtbank moeten zijn ingekomen. Het verzoek is echter ingekomen op 29 mei 2012 zodat Marssum niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek tot heroverweging.
3.3.Ten overvloede merkt de rechtbank op dat in de onderhavige Europese betalingsbevelprocedure, anders dan Marssum blijkbaar meent, geen sprake is van een vonnis. Bij exploit van 25 april 2012 is een uitvoerbaar verklaard betalingsbevel betekend en geen vonnis, waartegen verzet of hoger beroep open zou staan. De aan het exploit gehechte informatie van de deurwaarder heeft betrekking op de betekening van vonnissen en is hier niet van toepassing. De Europese betalingsbevelprocedure kent, zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen, de mogelijkheid van het indienen van een verweerschrift, waarna de procedure volgens het gewone burgerlijke procesrecht wordt voortgezet voor het bevoegde gerecht. Marssum heeft van de mogelijkheid om binnen 30 dagen nadat het bevel aan haar is betekend een verweerschrift in te dienen echter geen gebruik gemaakt.
3.4.Ten slotte merkt de rechtbank nog op dat in het "verweerschrift" geen gronden worden aangevoerd op grond waarvan een verzoek tot heroverweging ingediend zou kunnen worden.
4.De beslissing
De rechtbank verklaart Marssum niet-ontvankelijk in haar verzoek tot heroverweging (verweerschrift).
Deze beslissing is gegeven door mr. P.A. Koppen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 augustus 2012.