ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6251
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een bijzondere curator in een familiezaken
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 augustus 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige. Het verzoekschrift was ingediend door de vader van de minderjarige, die niet gezaghebbend was. De moeder van de minderjarige was de enige gezagsouder en had verweer gevoerd tegen het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader het verschuldigde griffierecht niet tijdig had voldaan, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van zijn verzoek. De rechtbank overwoog dat de vader, ondanks zijn niet-gezaghebbende status, als belanghebbende kon worden aangemerkt, maar dat er geen sprake was van een belangenstrijd tussen de minderjarige en de moeder. De minderjarige had schriftelijk aangegeven geen contact met zijn vader te willen, wat de rechtbank in haar overwegingen meebracht. De rechtbank concludeerde dat de benoeming van een bijzondere curator niet noodzakelijk was, omdat er geen belangenstrijd was die een dergelijke benoeming rechtvaardigde. De rechtbank verklaarde het verzoek van de vader niet-ontvankelijk en gaf aan dat, zelfs als het verzoek ontvankelijk was verklaard, het alsnog zou zijn afgewezen. De beslissing werd genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de rechtbank de angst van de moeder voor de familie van de vader in aanmerking nam.