ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6029
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Greeuw
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen strafrechtelijke detentie van vreemdeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 16 augustus 2012 uitspraak gedaan in een beroep dat door eiser is ingesteld. Eiser, van Franse nationaliteit en verblijvende in het Justitieel Medisch Centrum te Scheveningen, heeft beroep ingesteld tegen een maatregel die op 26 juli 2012 is genomen. Het beroep is ingediend middels het formulier ‘Beroepschrift Habeas Corpus Vw 2000’, maar op dit formulier zijn geen opties aangekruist die duiden op een maatregel op grond van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich in strafrechtelijke detentie bevindt, die in beginsel voortduurt tot 26 mei 2014. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een maatregel die op grond van de Vw aan eiser is opgelegd, waardoor er geen rechtsmiddel ingevolge de Vw kan worden aangewend.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de hoofdstukken 2 tot en met 8 en 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing zijn op de opsporing en vervolging van strafbare feiten, alsmede de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. Dit betekent dat eiser ook geen rechtsmiddel kan instellen tegen zijn strafrechtelijke detentie op basis van de Awb. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De rechtbank heeft ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De beslissing is genomen door mr. H.C. Greeuw, rechter, in aanwezigheid van mr. drs. S.R.N. Parlevliet, griffier.