ECLI:NL:RBSGR:2012:BX4354
Rechtbank 's-Gravenhage
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de meervoudige strafkamer in een strafzaak
In deze zaak heeft de verzoeker, gedetineerd in de P.I. Midden-Holland, op 17 april 2012 een verzoek tot wraking ingediend tegen de meervoudige strafkamer van de rechtbank 's-Gravenhage. Dit verzoek volgde op de afwijzing van een aanhoudingsverzoek door de meervoudige strafkamer, die oordeelde dat zij voldoende geïnformeerd was om een beslissing te nemen over de toepasselijkheid van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De verzoeker en zijn raadsvrouwe, mr. M. Tiebosch, stelden dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek de schijn van vooringenomenheid wekte, omdat de meervoudige strafkamer vooruit zou zijn gelopen op een eindbeslissing over de ISD-maatregel. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking behandeld op 9 mei 2012, waarbij de leden van de meervoudige strafkamer niet verschenen, maar schriftelijk hun standpunt hebben toegelicht. De officier van justitie, mr. J.R.M. van Schoonderwoerd den Bezemer-Wolters, was wel aanwezig en heeft zijn standpunt over het wrakingsverzoek gepresenteerd. De wrakingskamer oordeelde dat de meervoudige strafkamer niet onpartijdig was en dat er geen grond was voor de vrees dat de rechters vooringenomen waren. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet. De beslissing werd op 16 mei 2012 openbaar uitgesproken.