ECLI:NL:RBSGR:2012:BX3673
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beroep op de hardheidsclausule in het kader van griffierechten
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 juli 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor erkenning en vaststelling van een omgangsregeling. De minderjarige, vertegenwoordigd door bijzonder curator mr. I.J. Pieters, had een verzoek ingediend dat op 11 juni 2012 was ingekomen. De griffie bevestigde de ontvangst van het verzoekschrift op 21 juni 2012. Volgens de Wet griffierechten burgerlijke zaken was verzoeker verplicht het griffierecht tijdig te voldoen, uiterlijk op 9 juli 2012. Verzoeker heeft echter het griffierecht niet tijdig betaald, wat leidde tot een brief van de griffier op 13 juli 2012 waarin verzoeker werd uitgenodigd om zich schriftelijk uit te laten over het verzuim en eventueel een beroep te doen op de hardheidsclausule van artikel 282a, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft het beroep op de hardheidsclausule afgewezen, omdat uit de financiële administratie bleek dat de nota voor het griffierecht op 22 juni 2012 was verzonden. De rechtbank ging ervan uit dat verzoeker de nota tijdig had ontvangen en dat hij binnen de gestelde termijn had kunnen betalen. Verzoeker heeft niet onderbouwd waarom de niet-ontvankelijkverklaring hem zou belemmeren in zijn toegang tot de rechter of waarom dit zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De rechtbank verklaarde verzoeker dan ook niet-ontvankelijk in zijn verzoek.