ECLI:NL:RBSGR:2012:BX3664
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op de hardheidsclausule in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 juli 2012 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure. De verzoeker had op 12 juni 2012 een verzoekschrift ingediend voor echtscheiding, maar had het verschuldigde griffierecht niet tijdig voldaan. De griffie bevestigde de ontvangst van het verzoekschrift en wees verzoeker op de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te voldoen. Verzoeker werd in de gelegenheid gesteld om schriftelijk en gemotiveerd te reageren op het geconstateerde verzuim en om een beroep te doen op de hardheidsclausule van artikel 282a, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De advocaat van verzoeker heeft op 18 juli 2012 een beroep gedaan op de hardheidsclausule, stellende dat niet-ontvankelijkverklaring verzoeker onevenredig zou treffen, gezien de persoonlijke omstandigheden en de wens om snel te kunnen hertrouwen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek, omdat het griffierecht niet tijdig was voldaan. De rechtbank overwoog dat er geen sprake was van een overmachtsituatie en dat het verzuim te wijten was aan een menselijke fout binnen de risicosfeer van verzoeker.
De rechtbank concludeerde dat de belangen van verzoeker niet zodanig verstoord waren dat van de wettelijke regeling afgeweken moest worden. De enkele omstandigheid dat verzoeker hierdoor later in het huwelijk zou kunnen treden, was onvoldoende om de hardheidsclausule toe te passen. De rechtbank heeft de verzoeker dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot echtscheiding.