ECLI:NL:RBSGR:2012:BX3649
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule bij niet-tijdige betaling griffierecht in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 12 juli 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding. De verzoekers, een vrouw en een man, hebben een verzoekschrift ingediend, maar hebben het verschuldigde griffierecht niet tijdig voldaan. De griffie bevestigde de ontvangst van het verzoekschrift op 9 mei 2012, maar de betaling van het griffierecht had uiterlijk op 4 juni 2012 moeten zijn voldaan. De rechtbank heeft de verzoekers in de gelegenheid gesteld om schriftelijk en gemotiveerd te reageren op het geconstateerde verzuim en om een beroep te doen op de hardheidsclausule van artikel 282a, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De advocaat van de verzoekers heeft op 2 juli 2012 verzocht om het verzuim door de vingers te zien, met de argumentatie dat er storingen bij de bank waren op 8 juni 2012, waardoor de betaling was gestorneerd. Na een tweede aanmaning op 25 juni 2012 is het griffierecht alsnog voldaan. De advocaat heeft verder toegelicht dat het aanvragen van een rekening-courant bij de rechtbank ingewikkelder was dan verwacht, wat heeft geleid tot vertraging in de betaling.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep op de hardheidsclausule niet tijdig was gedaan en dat de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard moeten worden in hun verzoek. De rechtbank overweegt dat problemen bij het aanvragen van een rekening-courant en een niet-aangetoonde bankstoring na het verstrijken van de wettelijke betalingstermijn niet in de weg staan aan tijdige betaling. De rechtbank concludeert dat de verzoekers niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoek tot echtscheiding.