ECLI:NL:RBSGR:2012:BX2884
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Hagen
- H.J. Schaberg
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring en verlengingsbesluit in vreemdelingenrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 juni 2012, gaat het om een beroep tegen een verlengingsbesluit van de bewaring van eiser, een Egyptische nationaliteit houder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn van de bewaring op 5 juni 2012 verstreek, maar dat er op 29 mei 2012 een verlengingsbesluit was uitgevaardigd dat pas inging op 10 juni 2012. Dit leidde tot de conclusie dat er na 5 juni 2012 geen rechtsgeldige grondslag voor de bewaring was, waardoor de bewaring onrechtmatig werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de stelling van verweerder, dat er sprake was van een kennelijke verschrijving, niet kon worden gevolgd. De rechtbank benadrukte dat er een vergissing was gemaakt door maanden in plaats van dagen te tellen, en dat deze fout niet verschoonbaar was, vooral gezien het feit dat deze vergissing eerder was gemaakt door verweerder. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het verlengingsbesluit gegrond en beval de opheffing van de bewaring met onmiddellijke ingang. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding aan eiser en tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. De rechtbank concludeerde dat er wel degelijk zicht op uitzetting was, ondanks de argumenten van eiser dat er geen laisser-passer werd afgegeven. De rechtbank oordeelde dat het tijdsverloop bij de Egyptische autoriteiten nog niet zodanig was dat er geen zicht op uitzetting meer bestond. Het vervolgberoep werd ongegrond verklaard.