ECLI:NL:RBSGR:2012:BX2776
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van Somaliër met beroep op WBV 2011/13
Op 13 januari 2012 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening voor een Somaliër die asiel had aangevraagd. De verzoeker, geboren in 1986, had op 30 november 2011 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op 8 december 2011 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het beleid van de IND, evenals de uitvoeringspraktijk, de rechterlijke toets kon doorstaan. De rechtbank stelde vast dat de vreemdelingen respectievelijk vier maanden, zes maanden en ruim een jaar onder de macht van Al-Shabaab hadden geleefd, en dat de IND zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat zij bekend waren met de regels van Al-Shabaab.
De rechtbank behandelde de herhaalde asielaanvragen van vreemdelingen uit Zuid- en Centraal-Somalië die een beroep deden op WBV 2011/13. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker niet had aangetoond dat er ten tijde van het bestreden besluit sprake was van een uitzonderlijke situatie die bescherming rechtvaardigde. De rechtbank hield de uitspraak aan in afwachting van de behandeling door de meervoudige kamer, waarbij WBV 2011/13 aan de orde zou komen.
De voorzieningenrechter wees het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe en gebiedde de IND om zich te onthouden van maatregelen tot verwijdering of uitzetting van de verzoeker totdat er op het beroep was beslist. De uitspraak benadrukte de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van de verzoeker en de betrokken autoriteiten, en de mogelijkheid voor partijen om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.