ECLI:NL:RBSGR:2012:BX2028
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtsbijstandverzekering en het recht van de verzekerde om een rechtshulpverlener te kiezen
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Gravenhage werd behandeld, stond de reikwijdte van het recht van de verzekerde om vrij een rechtshulpverlener te kiezen centraal. De eiseres, [eiseres sub 2], had via Woongarant een verzekeringspakket afgesloten, inclusief een rechtsbijstandverzekering bij DBV, die later werd herverzekerd bij ARAG. Na een fusie van DBV met Reaal, werden de rechtsbijstandverzekeringen opgezegd en ondergebracht bij DAS, waar Woongarant als gevolmachtigd agent fungeerde. De eiseres stelde dat zij niet correct was geïnformeerd over de gevolgen van deze wijziging en dat DAS haar recht op vrije keuze van een advocaat had geschonden.
De rechtbank oordeelde dat de polisbepaling die de beslissing om een rechtshulpverlener in te schakelen voorbehoudt aan DAS niet in strijd was met de wet. De rechtbank concludeerde dat het recht van de verzekerde om een rechtshulpverlener te kiezen, zoals vastgelegd in artikel 4:67 lid 1 Wft, niet automatisch van toepassing is in alle situaties, maar afhankelijk is van de inschakeling van een externe rechtshulpverlener. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres af, omdat er geen causaal verband was aangetoond tussen de omissie van Woongarant en de gestelde schade.
De rechtbank benadrukte dat de zorgplicht van de assurantietussenpersoon inhoudt dat deze de verzekeringnemer tijdig moet informeren over de gevolgen van wijzigingen in de dekking. In dit geval had Woongarant de eiseres weliswaar niet tijdig geïnformeerd, maar dit had niet geleid tot schade die voor vergoeding in aanmerking kwam. De vorderingen werden afgewezen en de eiseres werd in de proceskosten veroordeeld.