ECLI:NL:RBSGR:2012:BX1710
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident inzake arbitrageclausule in algemene voorwaarden voor Raad voor Arbitrage in de Bouw
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank 's-Gravenhage, werd een bevoegdheidsincident behandeld met betrekking tot een arbitrageclausule in de algemene voorwaarden van de Raad voor Arbitrage in de Bouw. De rechtbank oordeelde dat de arbitrageclausule, in het licht van de Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, onredelijk bezwarend was. Dit betekende dat de rechtbank bevoegd was om kennis te nemen van de vordering in de hoofdzaak, ondanks het beroep van de gedaagde op de arbitrageclausule.
De procedure begon met een vonnis van de kantonrechter op 25 januari 2012, waarin werd geoordeeld dat de zaak betrekking had op aanneming van werk en werd verwezen naar de sector civiel recht van de rechtbank. De gedaagde voerde aan dat de rechtbank zich onbevoegd moest verklaren op basis van de arbitrageclausule, maar de eisers stelden gemotiveerd verweer.
De rechtbank overwoog dat de eisers als consumenten moesten worden aangemerkt en dat de Richtlijn 93/13/EEG van toepassing was. De rechtbank concludeerde dat het arbitragebeding de eisers de mogelijkheid ontnam om voor de gewone rechter te kiezen, wat het beding onredelijk bezwarend maakte. De buitengerechtelijke vernietiging van het arbitragebeding door de eisers was daarom succesvol.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vordering van de gedaagde af en compenseerde de proceskosten tussen partijen, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De hoofdzaak werd verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling.