ECLI:NL:RBSGR:2012:BX1242
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid erkenning schade door uitzending naar Srebrenica
In deze zaak heeft eiser, een militair die heeft gediend in Dutchbatt III tijdens de uitzending naar Srebrenica, de rechtbank verzocht om de minister van Defensie aansprakelijkheid te laten erkennen voor de schade die hij heeft opgelopen en nog zal lijden als gevolg van deze uitzending. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek, dat hij op 21 november 2011 had ingediend. De rechtbank heeft op 22 juni 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep ongegrond is verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is om de minister een termijn op te leggen voor het nemen van een beslissing op de aanvraag van eiser. Eiser had in zijn verzoek aangegeven dat hij behoefte had aan een spoedige beslissing, mede vanwege een psychiatrische aandoening die hij aan zijn militaire dienst toeschrijft. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er op dat moment geen twijfel bestond aan de zorgvuldigheid van het handelen van de minister. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de kosten van deskundigenonderzoek voor rekening van de minister blijven, wat een tegemoetkoming is voor eiser.
De rechtbank heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen, waaronder artikel 8:54, dat de rechtbank de mogelijkheid biedt om het onderzoek te sluiten indien het beroep kennelijk ongegrond is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling en dat het beroep ongegrond is. De uitspraak is gedaan door rechter G.P. Kleijn, in aanwezigheid van griffier F.J. Leegstraten, en is openbaar uitgesproken op 22 juni 2012.