ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0836
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.H. Banda
- M.D. Moeke
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige inbewaringstelling van Dublinclaimant in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 juli 2012 uitspraak gedaan over de inbewaringstelling van een Dublinclaimant, eiseres van Nepalese nationaliteit. Eiseres was op 25 juni 2012 in bewaring gesteld met het oog op uitzetting, omdat de overheid het belang van de openbare orde als reden aanvoerde. Eiseres had echter voor het eerst in Nederland asiel aangevraagd en er was geen bewijs dat zij eerder een asielaanvraag in België had ingediend. De rechtbank oordeelde dat eiseres als Dublinclaimant moest worden aangemerkt, omdat er een Dublinclaim was gelegd en geaccepteerd door de Belgische autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat er geen redelijk belang was voor de inbewaringstelling, aangezien eiseres had meegewerkt aan de uitzetting en altijd traceerbaar was voor de autoriteiten. Hierdoor was de bewaring van eiseres vanaf het begin onrechtmatig. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en kende eiseres een schadevergoeding toe van € 275,-, alsook een vergoeding voor proceskosten van € 437,- aan de griffier. De uitspraak benadrukt de rechten van Dublinclaimanten en de noodzaak voor de overheid om zorgvuldig om te gaan met inbewaringstellingen in asielprocedures. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.