ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0665
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep tegen terugkeerbesluit in vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 4 juli 2012 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser had op 22 februari 2012 beroep ingesteld tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod, maar heeft zijn naam niet bekendgemaakt, wat volgens de rechtbank in strijd is met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat eiser, ondanks dat hij via zijn gemachtigde communiceert, de gelegenheid heeft gekregen om zijn naam bekend te maken, maar hier geen gebruik van heeft gemaakt. Hierdoor kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank wijst erop dat artikel 6:5 van de Awb ook van toepassing is op een beroep tegen een terugkeerbesluit, ondanks dat dit besluit een voorwaarde is voor de inbewaringstelling van de vreemdeling. De rechtbank stelt vast dat eiser niet in beroep kan komen tegen het terugkeerbesluit zonder zijn naam te noemen, wat niet in strijd is met artikel 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen, waaronder de gemachtigde van eiser en de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij een kopie van de uitspraak moet worden overgelegd en het beroepschrift geadresseerd moet worden aan de Raad van State.