ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0074
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Timmermans
- M.J.J. Visser
- S.M. Krans
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van afpersing en witwassen na onvoldoende bewijs
In de zaak voor de Rechtbank 's-Gravenhage, met parketnummer 09/753897-11, heeft de rechtbank op 22 juni 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van afpersing en witwassen. De zittingen vonden plaats op 24 januari, 16 maart en 8 juni 2012. De officier van justitie, mr. H. de Koning, had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van de afpersing, maar stelde dat het witwassen wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.M. van der Linden, pleitte voor vrijspraak van alle tenlastegelegde feiten.
De tenlastelegging omvatte onder andere dat de verdachte samen met anderen de heer [A] zou hebben afgeperst voor een bedrag van € 120.000 en dat hij de opbrengst van deze afpersing zou hebben gewitwashed. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de afpersing, omdat niet kon worden vastgesteld dat [A] door geweld of bedreiging tot betaling was gedwongen. Dit leidde tot de conclusie dat de door de verdachte ontvangen geldbedragen niet uit een misdrijf afkomstig waren, waardoor ook het witwassen niet bewezen kon worden.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid. Het vonnis werd uitgesproken door mr. E. Timmermans, met mrs. M.J.J. Visser en S.M. Krans als rechters, en mr. M.P.C. van Essen als griffier.