ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0062

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/753762-11
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in afpersingszaak na gebrek aan bewijs

In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van afpersing, heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 22 juni 2012 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met anderen de heer [A] te hebben afgeperst. Dit zou hebben plaatsgevonden op 1 september 2011 in Nieuwerkerk aan de IJssel, waar [A] door twee voertuigen klemgereden werd, waarna hij fysiek werd aangevallen en bedreigd met een vuurwapen. De verdachte ontkende echter betrokken te zijn geweest bij het ten laste gelegde feit. Tijdens de zittingen op 24 januari, 16 maart en 8 juni 2012 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, onder andere door het telefoonverkeer en het feit dat de verdachte de Volkswagen Golf had gehuurd die bij de afpersing was gebruikt. De verdediging betwistte dit en stelde dat de verdachte niet de bestuurder was van de auto en dat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid.

De rechtbank heeft de bewijsvoering zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat er geen direct bewijs was dat de verdachte op de plaats delict aanwezig was. De enkele huurovereenkomst van de auto en het telefoonverkeer waren onvoldoende om de betrokkenheid van de verdachte bij de afpersing vast te stellen. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte werd vrijgesproken. De rechtbank heeft ook beslist over de in beslag genomen goederen, waarbij enkele goederen aan het verkeer werden onttrokken en de teruggave van een printer aan de verdachte werd gelast. Dit vonnis is ondertekend door de rechters en griffier en uitgesproken tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/753762-11
Datum uitspraak: 22 juni 2012
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte 3],
geboren op [datum] 1978 te [plaats],
adres: [adres].
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 24 januari 2012, 16 maart 2012 en 8 juni 2012.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. H. de Koning en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. E. Tahitu, advocaat te Amsterdam, en door verdachte naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, in of omstreeks de periode van 01 september 2011 tot 11 oktober 2011 te Nieuwerkerk ad IJssel, gemeente Zuidplas, en/of te Zwijndrecht, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [A]te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [A] heeft/hebben klem gereden in de auto en/of
- een ruit van de auto van die [A] heeft/hebben in geslagen en/of
- die [A] meermalen, althans een maal, heeft/hebben geslagen en/of
- die [A] meermalen, althans een maal, heeft/hebben geschopt en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben
gericht op die [A] en/of
- tegen die [A] in een telefoongesprek heeft/hebben gezegd: "Luister eens, zeg maar tegen Bram voor maandag moet hij het geld overmaken anders is hij de onze" en/of
- die [A] een sms heeft/hebben gestuurd met onder meer de tekst: "Voor maandag wil ik het rond hebben. 980.000. Jouw de keuze. Betalen zal je toch." en/of
- die [A] een sms heeft/hebben gestuurd met de tekst: "Bram ga je betalen ja of nee. Laat maar weten op dit nummer. Denk goed na . . ? Voordat spijt krijgt." en/of
- die [A] een of meer brieven heeft/hebben gestuurd met onder meer de tekst: "Het is aan jou de keuze, weest verstandig, want betalen zal je" en/of "Als je niet reageert dan laat je zien dat zelfs de toekomst van je kinderen niet echt interesseert", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3. Overwegingen met betrekking tot het bewijs
3.1 Inleiding
De verdenking komt er kort en feitelijk weergegeven op neer dat verdachte samen met anderen heeft geprobeerd de heer [A](hierna: [A]) af te persen. [A] is op 1 september 2011 in Nieuwerkerk aan de IJssel door een tweetal auto's klemgereden, waarna zijn autoruit is ingeslagen, hij is geslagen en geschopt en bedreigd met een vuurwapen. Voorts is [A] in de hierop volgende periode tot 11 oktober 2011 telefonisch en schriftelijk bedreigd met geweld. Dit alles om hem te dwingen tot afgifte van geld.
Verdachte heeft ontkend bij het ten laste gelegde feit betrokken te zijn geweest. Dit maakt dat de rechtbank zich gesteld ziet voor de vraag of diens betrokkenheid al dan niet kan worden vastgesteld.
3.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Zij heeft daartoe aangevoerd dat op 1 september 2011 in Nieuwerkerk aan de IJssel contact is geweest tussen een telefoon van medeverdachte [verdachte 2], de vader van verdachte (hierna: [verdachte 2]), en een telefoonnummer dat aan verdachte kan worden toegerekend en dat de Volkswagen Golf die is gebruikt bij het klemrijden van [A], is gehuurd door verdachte.
3.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het hem ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier blijkt dat niet verdachte maar [verdachte 2] de bestuurder is geweest van de op 1 september 2011 gebruikte Volkswagen Golf. Verder bevat het dossier naar zijn mening onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat verdachte degene is geweest die op 1 september 2011 gebruik heeft gemaakt van het door de officier van justitie bedoelde telefoonnummer.
3.4 De beoordeling van de tenlastelegging
Ter beantwoording van de in de inleiding geformuleerde vraag neemt de rechtbank de volgende omstandigheden in ogenschouw.
De Volkswagen Golf
[A] is klemgereden door een tweetal voertuigen, te weten een Dodge en een Volkswagen Golf. Uit onderzoek is gebleken dat verdachte tijdens dit voorval de huurder was van laatstgenoemde auto.
Het telefoonverkeer
De politie heeft onderzoek gedaan naar het telefoonverkeer van alle betrokken verdachten. Hieruit is naar voren gekomen dat op 1 september 2011 om circa 05.10 uur met het reguliere telefoonnummer van [verdachte 2] contact is geweest met het reguliere telefoonnummer van verdachte en dat beide toestellen hierbij een zendmast in Tilburg, de woonplaats van [verdachte 2] en verdachte, aanstraalden.
Verder is onderzoek gedaan naar drie telefoonnummers waarmee op 1 september 2011 in Nieuwerkerk aan de IJssel is gebeld. De conclusie van dit onderzoek luidt dat de telefoon met nummer [nummer 1]vermoedelijk in gebruik is geweest bij [verdachte 2] en dat op 1 september 2011 met dit telefoonnummer uitsluitend contact is geweest met twee andere telefoonnummers, waaronder het nummer [nummer 2]. Dit telefoonnummer is op 1 september 2011 om circa 05.21 uur in Tilburg geactiveerd. Daarna is hiermee tussen circa 06.35 uur en 07.18 uur in totaal 11 maal contact geweest met het telefoonnummer [nummer 1], terwijl de telefoon met nummer [nummer 2] steeds een zendmast in Nieuwerkerk aan de IJssel aanstraalde. In de woning van verdachte en [verdachte 2] is een verpakkingsdoos van een telefoontoestel aangetroffen. De politie heeft geconcludeerd dat het op de doos vermelde imei-nummer overeenkomt met het imei-nummer van het telefoontoestel dat op 1 september 2011 in combinatie met een sim-kaart met het telefoonnummer [nummer 2] is gebruikt.
Conclusie van de officier van justitie
Deze omstandigheden hebben de officier van justitie gebracht tot het standpunt dat verdachte op 1 september 2011 de gebruiker is geweest van de Volkswagen Golf en het telefoonnummer [nummer 2]. Hij zou samen met [verdachte 2] in de Volkswagen Golf vanuit Tilburg naar Nieuwerkerk aan de IJssel zijn gereden, alwaar [verdachte 2] op enig moment is overgestapt van de Volkswagen Golf naar de Dodge, waarna [verdachte 2] telefonisch contact met verdachte heeft gezocht. Op grond hiervan kan volgens de officier van justitie worden vastgesteld dat verdachte met de Volkswagen Golf bij het klemrijden van [A] in Nieuwerkerk aan de IJssel aanwezig is geweest.
Conclusie van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat naast voornoemde feiten en omstandigheden geen rechtstreeks en onmiddellijk bewijsmateriaal voorhanden is waaruit volgt dat verdachte bij van het voorval in Nieuwerkerk aan de IJssel aanwezig was. Zo heeft [A] verdachte niet herkend en bevinden zich in het dossier geen verklaringen waaruit volgt dat verdachte op 1 september 2011 in Nieuwerkerk aan de IJssel aanwezig was.
De omstandigheid dat verdachte de huurder was van de Volkswagen Golf maakt niet dat zonder meer geconcludeerd kan worden dat hij ook op 1 september 2011 de bestuurder van deze auto was, temeer nu verdachte heeft verklaard dat deze auto ook bij anderen in gebruik is geweest en [verdachte 2] heeft verklaard dat hij op de bewuste dag - zonder verdachte -in deze auto naar Nieuwerkerk aan de IJssel is gereden. Ook de hiervoor omschreven bevindingen met betrekking tot het telefoonverkeer leiden niet zonder meer tot de conclusie dat verdachte gebruik moet hebben gemaakt van het telefoonnummer [nummer 2]. De vondst van de verpakkingsdoos in de woning van verdachte laat ruimte open voor andere conclusies, aangezien behalve verdachte ook [verdachte 2] op dit adres woonachtig is en bij het voorval te Nieuwerkerk aan de IJssel (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) aanwezig is/zijn geweest. Zelfs indien de omstandigheden met betrekking tot de Volkswagen Golf en het telefoonverkeer in onderlinge samenhang worden bezien, kan naar het oordeel van de rechtbank niet zonder twijfel worden vastgesteld dat verdachte op 1 september 2011 bij het voorval in Nieuwerkerk aan de IJssel aanwezig is geweest.
Het dossier bevat voorts geen (andere) bewijsmiddelen waaruit kan volgen dat de verdachte zich (op andere wijze) schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de afpersing.
Dit maakt dat verdachte zal worden vrijgesproken.
4. De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
De heer [A]heeft zich als benadeelde partij gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Hij vordert in totaal een bedrag van € 219.882,70.
4.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk met medeverdachten [verdachte 1] en [verdachte 2] dient te worden toegewezen.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding, nu verdachte van het ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken.
5. De inbeslaggenomen goederen
Onder verdachte is een zevental goederen in beslag genomen. Nu twee goederen reeds zijn vernietigd, resteert een beslissing over de overige vijf goederen (genummerd 3 t/m 7 op de beslaglijst).
5.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen wapens, munitie en drugs dienen te worden ontrokken aan het verkeer. De printer kan haars inziens worden teruggegeven aan verdachte.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de printer dient te worden teruggegeven aan verdachte.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 4, 5, 6 en 7 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer, te weten 111 stuks munitie, 9 stuks munitie, een pistool en een alarmpistool. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien deze aan verdachte toebehorende voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar het ten laste gelegde feit zijn aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten, terwijl deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten van het op de beslaglijst onder 3 genummerde voorwerp, te weten een printer inclusief adapter.
6. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen maatregel is gegrond op artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
7. De beslissing
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het bij dagvaarding tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
gelast de teruggave aan verdachte van het op de beslaglijst onder 3 genummerde voorwerp, te weten een printer inclusief adapter;
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 4, 5, 6 en 7 genummerde voorwerpen, te weten 111 stuks munitie, 9 stuks munitie, een pistool en een alarmpistool.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. Timmermans, voorzitter,
mrs. M.J.J. Visser en S.M. Krans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.P.C. van Essen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juni 2012.
Mr. Van Essen is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.