ECLI:NL:RBSGR:2012:BW9765
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding ex artikel 35 Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot schadevergoeding op basis van artikel 35 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De zaak betreft een minderjarige die schadevergoeding heeft verzocht voor de vrijheidsbeperkende maatregelen die hem zijn opgelegd. De minderjarige, vertegenwoordigd door de Stichting Bureaus Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland, heeft een schadevergoeding van € 12.051,-- gevorderd, gebaseerd op een vergoeding van € 80,- per dag voor volledige vrijheidsbeneming en € 50,- per dag voor gedeeltelijke vrijheidsbeneming. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 mei 2012, waarbij de minderjarige zelf niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn advocaat, mr. A.M. de Deken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige gedurende 174 dagen nadeel heeft ondervonden door de vrijheidsbeperkende maatregelen, die onrechtmatig waren omdat de voorlopige machtiging die aan deze maatregelen ten grondslag lag, door de Hoge Raad was vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de schadevergoeding van € 50,-- per dag redelijk was, wat resulteert in een schadevergoeding van € 8.700,--. Daarnaast heeft de rechtbank de kosten van het indienen van een verzoekschrift tot cassatie, ter hoogte van € 294,--, ook toegewezen aan de minderjarige. De totale schadevergoeding die de Staat der Nederlanden aan de minderjarige moet betalen, bedraagt dus € 8.994,--.
De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van verzoeker zijn begroot op € 904,--. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de vrijheidsbeperkingen onrechtmatig waren en dat de minderjarige recht had op schadevergoeding voor het ondervonden nadeel.