ECLI:NL:RBSGR:2012:BW9744
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding ex artikel 35 Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 25 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot schadevergoeding op basis van artikel 35 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Het verzoekschrift was ingediend door de moeder van een minderjarige, die schadevergoeding eiste voor de vrijheidsbeperkingen die de minderjarige had ondervonden tijdens zijn verblijf in een psychiatrische inrichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige gedurende 136 dagen nadeel heeft geleden door onrechtmatige vrijheidsbeperkingen, die voortvloeiden uit een voorlopige machtiging die later door de Hoge Raad was vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de vrijheidsbeperkingen niet waren gelegitimeerd en dat de minderjarige recht had op schadevergoeding. De rechtbank heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 50,-- per dag, wat resulteert in een totaalbedrag van € 6.800,--, plus € 294,-- voor kosten in cassatie. De Staat der Nederlanden werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de moeder van de minderjarige, die als wettelijk vertegenwoordiger optreedt. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van de verzoekster begroot op € 904,--. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.