ECLI:NL:RBSGR:2012:BW9236
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vastgestelde waarde van onroerende zaak en kostenvergoeding voor taxatierapport
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 maart 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te [Z], en de heffingsambtenaar van de gemeente Lisse. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 28 februari 2011, waarin de waarde van zijn onroerende zaak, gelegen aan [a-straat] 19 te [Z], was vastgesteld op € 572.500 voor het kalenderjaar 2011. Eiser stelde dat de waarde te hoog was en voerde aan dat de vergelijkingsobjecten die door verweerder waren gebruikt niet goed vergelijkbaar waren met zijn woning. Daarnaast claimde eiser kosten voor het opstellen van een taxatierapport, dat door een kandidaat makelaar/taxateur was opgesteld.
De rechtbank oordeelde dat het taxatierapport, ondanks de status van de opsteller, als deskundig kon worden aangemerkt. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en vernietigde de uitspraak op bezwaar voor zover het de vergoeding van de kosten voor de deskundige betreft. Eiser kreeg een hogere vergoeding van € 208,25 toegewezen voor de kosten van het taxatierapport. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 437 aan eiser te vergoeden. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet had aangetoond dat de vastgestelde waarde van de woning niet te hoog was, en dat de waarde van € 523.000 voldoende aannemelijk was gemaakt op basis van het overgelegde taxatierapport.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De rechtbank benadrukte dat bij het indienen van hoger beroep een afschrift van de uitspraak moet worden overgelegd en dat het beroepschrift aan bepaalde vereisten moet voldoen.