ECLI:NL:RBSGR:2012:BW8736

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
7 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
418070 JE RK 12-1198
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing voor gesloten opname in jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 mei 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing die ouders door jeugdzorg was opgelegd. De ouders waren opgedragen mee te werken aan een gesloten opname van hun minderjarige kind in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De kinderrechter oordeelde dat een dergelijke vrijheidsbenemende maatregel niet bij schriftelijke aanwijzing kan worden opgelegd, maar dat hiervoor de procedure zoals voorgeschreven in de Wet op de Jeugdzorg gevolgd moet worden. Dit houdt in dat er formele vereisten en waarborgen zijn, zoals rechtsbijstand en instemming van een gedragswetenschapper, die in dit geval niet waren nageleefd.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de schriftelijke aanwijzing, die de ouders en de minderjarige verplichtte om mee te werken aan de opname, niet in het belang van de minderjarige was. De gedragswetenschapper had namelijk aangegeven dat een gesloten plaatsing niet noodzakelijk was. De kinderrechter heeft daarom het verzoek tot vervallen verklaring van de schriftelijke aanwijzing gegrond verklaard en deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, de moeder, de minderjarige en hun advocaat aanwezig waren. De kinderrechter heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en benadrukt dat de waarborgen die de wet biedt, niet mogen worden genegeerd. De beslissing van de kinderrechter is een belangrijke uitspraak in het kader van de rechten van minderjarigen en de procedures rondom jeugdzorg.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Kinderrechter
Rekestnummer: 12-1198
Zaaknummer: 418070
Datum beschikking: 7 mei 2012
Verzoek tot vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing
Beschikking op het op 27 april 2012 ingekomen verzoekschrift van:
[de vader],
de vader,
wonende te [woonplaats vader],
advocaat: mr. M.J. Zennipman te 's-Gravenhage,
mede namens de minderjarige:
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
Het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering,
(hierna: het Leger des Heils), namens de Stichting Bureau Jeugdzorg,
en
[de moeder],
de moeder,
wonende te [woonplaats moeder].
Procedure
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met als bijlage een kopie van de schriftelijke aanwijzing;
- het proces-verbaal d.d. 27 april 2012.
Op 7 mei 2012 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank opnieuw met gesloten deuren behandeld.
Hierbij zijn verschenen:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.J. Zennipman;
- de heer [gezinsvoogd ], namens het Leger des Heils;
- de moeder en
- de minderjarige.
Feiten
- De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. [datum beschikking] 2012 de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd van 21 januari 2012 tot 21 januari 2013, met behoud van Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden als de stichting die de ondertoezichtstelling uitvoert.
- Voorts heeft de kinderrechter in deze rechtbank bij voormelde beschikking aan Bureau Jeugdzorg machtiging verleend voornoemde minderjarige dag en nacht uit huis te plaatsen in een AWBZ-voorziening van 21 januari 2012 tot 21 januari 2013.
- De minderjarige verblijft feitelijk bij de vader.
- Het Leger des Heils heeft de vader en de minderjarige een schriftelijke aanwijzing gegeven op 24 april 2012, ertoe strekkende dat de minderjarige zich op 26 april 2012 om 14.00 uur naar het intakegesprek bij [naam instelling] te [plaats instelling] begeeft, meewerkt aan de intake en daarna op de groep bij [naam instelling] in woning [woningnummer] blijft wonen.
Verzoek en verweer
Het verzoek strekt er toe de na te melden schriftelijke aanwijzing geheel vervallen te verklaren.
De vader en de minderjarige hebben verweer gevoerd, welk verweer hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.
Beoordeling
Nu het verzoek binnen twee weken na toezending of uitreiking van genoemde beslissing aan de verzoeker ter griffie van deze rechtbank is ingediend, is verzoeker ontvankelijk in zijn verzoek.
De heer Van Meeuwen heeft ter zitting verklaard dat de minderjarige behandeling nodig heeft en dat een gesloten behandelplaats op [naam instelling] hiervoor het meest aangewezen is. De schriftelijke aanwijzing behelst dan ook een opname in een gesloten setting. Naast de schriftelijke aanwijzing is eveneens een verzoek ingediend voor een machtiging gesloten jeugdzorg. De gedragswetenschapper die de minderjarige naar aanleiding van dat verzoek heeft onderzocht, heeft zijn instemming niet verleend omdat hij een gesloten plaatsing thans niet in het belang van de minderjarige acht. Het verzoek tot een machtiging gesloten jeugdzorg is dan ook ingetrokken. De heer van Meeuwen erkent dat de verklaring van de gedragswetenschapper ook van invloed is op de onderhavige schriftelijke aanwijzing, nu dit ook een gesloten plaatsing betreft. De heer van Meeuwen wenst te benadrukken dat het bij vader thuis goed moet gaan, zo niet, dan komt [naam instelling] weer in beeld.
De vader en de minderjarige willen dat de minderjarige bij vader gaat wonen. De minderjarige heeft meegedeeld dat hij bereid is alle hulp te aanvaarden om zijn verblijf bij zijn vader te laten slagen..
De vader heeft ter zitting meegedeeld dat er al het nodige aan hulpverlening is ingezet. De wil om er wat van te maken is er en tevens hoopt hij met behulp van de gezinsvoogd dat ook de onderlinge contacten zullen verbeteren.
De moeder heeft ter zitting meegedeeld dat zij instemt met een verblijf van de minderjarige bij zijn vader.
Mr. Zennipman heeft verzocht de schriftelijke aanwijzing vervallen te verklaren nu deze in strijd is met Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK). Het strekt veel te ver de minderjarige met het geven van een schriftelijke aanwijzing te dwingen mee te werken aan een gesloten plaatsing. Een en ander wordt versterkt door de verklaring van de gedragswetenschapper dat een gesloten plaatsing niet in het belang van de minderjarige is. .
De kinderrechter overweegt als volgt. Ingevolge het bepaalde in artikel 1:258 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de stichting die de ondertoezichtstelling uitvoert ter uitvoering van haar taak een schriftelijke aanwijzing geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De met het gezag belaste ouder en de minderjarige dienen deze aanwijzing op te volgen. Een schriftelijke aanwijzing is derhalve een dwingende opdracht aan de met de gezag belaste ouders en/of minderjarige om iets te doen of na te laten. In dit geval heeft het Leger des Heils de minderjarige en zijn ouders - kort gezegd - opgedragen mee te werken aan een gesloten opname bij [naam instelling]. De vraag waar de kinderrechter zich voor gesteld ziet, is of met een schriftelijke aanwijzing een dergelijke vrijheidsbenemende maatregel kan worden opgelegd. De kinderrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. De kinderrechter is van oordeel dat indien verblijf van een minderjarige wegens ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen in een gesloten accommodatie nodig is, hiervoor de procedure zoals voorgeschreven in de Wet op de Jeugdzorg dient te worden aangewend. In deze wet worden aan een dergelijk verzoek formele vereisten gesteld en waarborgen verbonden, zoals - ondermeer - rechtsbijstand, instemming van de gedragswetenschapper en het horen van de belanghebbenden door de rechter. Voorts is aan een machtiging een termijn verbonden. Indien de minderjarige met het geven van een schriftelijke aanwijzing wordt opgelegd mee te werken aan een gesloten opname worden hem deze waarborgen onthouden. Alleen al gelet hierop kan een opname in een gesloten behandelsetting niet met het geven van een schriftelijke aanwijzing worden afgedwongen.
Gelet op het vorengaande kan de schriftelijke aanwijzing niet in stand blijven en is
het verzoek tot vervallen verklaren van de schriftelijke aanwijzing gegrond.
Derhalve zal als volgt worden beslist.
Beslissing
De kinderrechter:
verklaart het verzoek tot vervallen verklaren van de schriftelijke aanwijzing gegrond.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 mei 2012, in tegenwoordigheid van S.P.M. Flipse als griffier.