Sector civiel recht - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: 416729 / KG ZA 12-359
Vonnis in kort geding van 16 mei 2012
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Educus B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Wageningen,
eiseres,
advocaat mr. G. Verberne te Amsterdam,
de stichting Stichting ROC Mondriaan,
zetelend te 's-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. M.J. de Groot te Rotterdam,
waarin heeft gevorderd te mogen tussenkomen, dan wel zich te mogen voegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Schoolmaster B.V.,
statutair gevestigd te Leeuwarden,
advocaat mr. M.J.J.M. Essers te Amsterdam.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als Educus, Mondriaan en Schoolmaster.
1. Het incident tot tussenkomst dan wel voeging
Schoolmaster heeft primair verzocht te mogen tussenkomen in de procedure tussen Educus en Mondriaan en subsidiair om zich te mogen voegen aan de zijde van Mondriaan. Ter zitting van 9 mei 2012 hebben Educus en Mondriaan geen bezwaar gemaakt tegen de tussenkomst. Schoolmaster is vervolgens toegelaten als tussenkomende partij, aangezien zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij daarbij voldoende belang heeft. Voorts is niet gebleken dat de toewijzing van de gevorderde tussenkomst in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 9 mei 2012 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1. Educus en Schoolmaster drijven beide ondernemingen die computersystemen voor de onderwijssector ontwikkelen en leveren.
2.2. Mondriaan is een organisatie die in het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) in de regio Haaglanden onder meer middelbaar beroepsonderwijs verzorgt voor circa 18.000 studenten. Met computersystemen wordt een groot deel van de bedrijfsvoering en de communicatie met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)- geregeld, met name ten behoeve van de financiering van het opleidingscentrum, de studiefinanciering en het verstrekken van de Openbaar Vervoer (OV)-jaarkaart voor de student. Thans werkt Mondriaan nog met het systeem 'PeopleSoft' (van Oracle) waarvan zij enige jaren geleden de software heeft aangeschaft voor het zogenoemde Kern Registratie Deelnemers systeem (KRD).
2.3. Mondriaan valt als publiekrechtelijke instelling onder de reikwijdte van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna: het Bao). Ingevolge artikel 7 b 1° Bao, juncto Verordening 1177/2009 van de Europese Commissie van 30 november 2009 tot wijziging van de Richtlijn 2004/18/EG zijn de aanbestedingsregels van het Bao voor publiekrechtelijke instellingen van toepassing indien de aan te besteden opdracht of dienst de drempelwaarde van € 193.000,-- exclusief btw overschrijdt.
2.4. Artikel 9 van het Bao luidt (voor zover in deze zaak relevant) als volgt:
1. Een aanbestedende dienst baseert de berekening van de geraamde waarde van een overheidsopdracht op het totale bedrag, exclusief omzetbelasting. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met het geraamde totaalbedrag, met inbegrip van de eventuele opties en eventuele verlengingen van het contract.
4. Een aanbestedende dienst onttrekt zich niet aan dit besluit door voorgenomen werken of voorgenomen aankopen ter verkrijging van bepaalde hoeveelheden leveringen of diensten te splitsen of bijzondere regels te gebruiken voor de berekening van de geraamde waarde van de overheidsopdrachten.
14. Een aanbestedende dienst maakt de keuze van de methode van berekening van de geraamde waarde van een overheidsopdracht niet met de intentie om de overheidsopdracht aan dit besluit te onttrekken.
2.5. Bij e-mail van 25 januari 2011 heeft Mondriaan Educus bericht dat zij zich aan het oriënteren is op een KRD systeem dat haar bedrijfsvoering regelt. Daarbij heeft zij Educus gevraagd om ten behoeve van het vergelijken van verschillende systemen (ook wel pakketten genoemd) een overzicht te geven van gebruikers van het door Educus ontwikkelde onderwijsinformatiesysteem Eduarte.
2.6. Bij e-mail van 26 januari 2011 heeft Educus Mondriaan een lijst met onderwijsinstellingen doen toekomen.
2.7. Bij e-mail van 30 maart 2011 heeft Educus Mondriaan meer informatie verschaft over haar producten met bijbehorende adviesprijzen alsmede vermelding van klanten die deze producten gebruiken.
2.8. Bij e-mail van 15 juni 2011 heeft Educus naar aanleiding van vragen van Mondriaan onder meer nadere informatie verstrekt over haar producten en prijzen. Daarnaast heeft Educus in deze brief Mondriaan ongevraagd een aanbieding gedaan. Deze luidde als volgt:
Zoals aangegeven is Educus bereid om de eerste PeopleSoft instelling die overstapt naar de EduArte modules Kernregistratie (alle bekostigings relevante gegevens), onderwijscatalogus, diplomering (summatieve resultaten & criteriumbank) en BPV basis (vastleggen externe organisaties & stagecontracten) een aanbieding te doen onder de aanbestedingsgrens (€ 193.00,- over 4 jaar). Dit aanbod is inclusief conversie, opleidingen (Train the Trainer) en implementatie.
De exacte details worden dan uitgewerkt in samenspraak met Mondriaan, zoals het aantal dagen aan consultancy inzet en de benodigde inspanning van de medewerkers van Mondriaan. Afspraken over realisatie van de benodigde koppelingen (niet standaard) valt buiten het aanbod. Hiervoor worden separate afspraken gemaakt. Verder gaan we er vanuit Mondriaan zelf de database licentie ter beschikking stelt (Oracle of MS SQL), aan gezien onderwijsinstellingen deze software tegen aantrekkelijke tarieven kunnen aanschaffen.
2.9. Bij e-mail van 7 juli 2011 heeft Mondriaan Educus bericht dat zij zich, zoals bekend, op het gebied van de studentenregistratie aan het oriënteren is in die zin dat zij zowel de leveranciers van de pakketten uitnodigt als zelf op bezoek gaat bij pakket-gebruikers. Daarbij heeft zij Educus uitgenodigd om op 27 september 2011, de dag waarop Mondriaan de dag van de leveranciers houdt, een presentatie te komen geven waarbij het de bedoeling is dat het pakket zo breed mogelijk wordt gepresenteerd.
2.10. Op 27 september 2011 heeft zowel Educus als Schoolmaster een presentatie van hun systeem gegeven, respectievelijk EduArte dan wel Magister. Daarbij heeft Mondriaan de procedure geschetst: de presentatie, beantwoording van gestelde vragen en bezoek door Mondriaan aan de voorgestelde gebruikers alsmede het verwerken van de informatie en besluitvorming tegen december.
2.11. Bij e-mail van 28 september 2011 heeft Educus Mondriaan onder meer meegedeeld dat haar aanbod om een deel van haar EduArte systeem onder de aanbestedingsgrens aan te bieden nog steeds geldig is.
2.12. Bij e-mail van 6 oktober 2011 heeft Mondriaan Educus gevraagd wanneer zij een schriftelijke reactie kan verwachten op door haar gestelde vragen, zulks in verband met het bijeenkomen van de werkgroepen die deze reactie en de ervaringen opgedaan tijdens de presentatie zullen bespreken. Bij e-mail van 11 oktober 2011 heeft Educus vervolgens de betreffende reactie gegeven.
2.13. Bij e-mail van 19 oktober 2011 heeft Mondriaan Educus bericht dat de werkgroepen aan de hand van de presentatie, het bezoek aan de gebruikers en de beantwoording van de vragen een scorelijst samenstellen. Daarbij is bericht dat Mondriaan aan de hand van die scorelijst verder gaat met besluitvorming.
2.14. Op 23 november 2011 heeft Mondriaan Educus telefonisch meegedeeld dat zij
-zakelijk weergegeven- voornemens is te kiezen voor het studentregistratiepakket Magister van Schoolmaster.
2.15. Bij brief van 24 november 2011 heeft Educus Mondriaan bericht ernstig bezwaar te maken tegen het verloop van het selectieproces. Daarbij heeft zij onder meer gewezen op het grote belang dat zowel zij als Mondriaan heeft bij dit traject, zeker gezien het feit dat gekozen is voor een traject zonder Europese Aanbesteding. Ook heeft zij in deze brief geconcludeerd dat de besluitvorming op subjectieve wijze is uitgevoerd, zonder enige verificatie van de indrukken en bevindingen.
2.16. Naar aanleiding van een verzoek van Educus van 28 november 2011 om een schriftelijke onderbouwing voor haar keuze, heeft Mondriaan Educus op 15 december 2011 lijsten met de scoreoverzichten van de werkgroepen gestuurd die zij intern heeft bijgehouden naar aanleiding van de verkregen informatie. In een gesprek tussen Mondriaan en Educus op 15 december 2011 heeft Mondriaan de scorelijsten toegelicht.
2.17. Bij brief van 16 december 2011 heeft Mondriaan Educus, naar aanleiding van het door Educus geuite bezwaar dat het proces onzorgvuldig is geweest, meegedeeld dat Mondriaan een zorgvuldig traject heeft doorlopen, waarin een aantal werkgroepen bestaande uit key users, onder aansturing van een beheersdirecteur, op basis van deskresearch, leverancierspresentaties, referentiebezoeken en ingevulde vragenlijsten, tot een beoordeling is gekomen van beide pakketten die is uitgedrukt in een gewogen score. Daarbij heeft Mondriaan bericht dat de stuurgroep op basis van alle verkregen informatie heeft geconcludeerd dat het pakket Magister van Schoolmaster de beste keuze was en dat Mondriaan het advies van de stuurgroep om te kiezen voor Magister heeft overgenomen.
2.18. Bij aangetekend schrijven van 22 december 2011 heeft Educus Mondriaan geantwoord dat zij vaststelt dat het voor Mondriaan onvermijdelijk is de aanschaf van een nieuw Deelnemer informatiesysteem conform de richtlijnen van de aanbestedingswet aan te besteden. Daarbij heeft zij erop gewezen dat de scope en de omvang van de opdracht het drempelbedrag voor een Europese aanbesteding zeker te boven zal gaan.
2.19. Bij aangetekende brief van 26 januari 2012 heeft Mondriaan Educus bericht verbaasd te zijn over de eerst bij brief van 22 december 2011 geuite mening dat er sprake had dienen te zijn van een Europese aanbestedingsprocedure. Zulks temeer omdat Educus in het begin van de gesprekken zelf heeft aangegeven dat met de wijze waarop de opdracht zou worden ingestoken onder de aanbestedingsgrens zou worden gebleven en een Europese aanbestedingsprocedure dus niet verplicht was. Daarbij is de bereidheid uitgesproken om een gesprek aan te gaan met Educus maar dat de keuze voor Magister van Schoolmaster niet meer kan worden teruggedraaid.
2.20. Bij aangetekende brief van 9 maart 2012 heeft Mondriaan Educus bericht dat zij, gezien het uitgangspunt dat een levering aan de orde was met een waarde onder de Europese drempelwaarde, niet gebonden was aan de dwingende regelgeving die geldt voor overheidsopdrachten boven genoemde drempelwaarde. In deze brief heeft Mondriaan Educus meegedeeld haar officieel niet te kiezen voor een levering van Educus en dat zal worden overgegaan tot het voorbereiden van een overeenkomst met Schoolmaster.
3.1. Educus vordert - zakelijk weergegeven -
primair:
de ter zake door Mondriaan en Schoolmaster gesloten overeenkomst(en) te vernietigen en Mondriaan te verbieden uitvoering te geven aan het voornemen tot gunning aan Schoolmaster, althans ter zake met Schoolmaster overeenkomsten te sluiten;
subsidiair:
Mondriaan te gebieden inzage, afschrift of uittreksel te verstrekken van de ter zake tussen haar en Schoolmaster gesloten overeenkomst, althans van de overeenkomst die zij ter zake voornemens zijn met elkaar te sluiten, althans van de inschrijving van Schoolmaster waar een dergelijke overeenkomst op gebaseerd zal zijn;
een en ander op straffe van een dwangsom.
3.2. Daartoe voert Educus onder meer het volgende aan.
Mondriaan heeft de onderhavige opdracht ten onrechte niet aanbesteed. Zij heeft de opdracht onrechtmatig kunstmatig gesplitst. In plaats van de normale periode van vier jaar ziet de opdracht nu op een periode van één jaar. Dit is een achteraf bedachte, ontoelaatbare kunstgreep waarmee Mondriaan (alsnog) aan de werking van de aanbestedingsregels probeert te ontkomen. In ieder geval heeft zij de aanbestedingsrechtelijke beginselen geschonden door onvoldoende transparant en volstrekt willekeurig te handelen. Uit ervaring weet Educus dat de reëel geraamde waarde van een pakket dat Mondriaan wenst, van een omvang is die ruim boven de toepasselijke drempelwaarde ligt. Mondriaan heeft steeds aangegeven zich te oriënteren op een compleet systeem van studentenregistratie. Ingevolge artikel 9 van de toepasselijke Richtlijn en de implementatie daarvan in artikel 9 van het Bao, is bij het bepalen van de drempelwaarde uitgangspunt de overheidsopdracht zoals deze is gedefinieerd door de aanbestedende dienst. Daarbij is de bedoeling van de wetgever van belang dat deze dienst zich dient te laten leiden door de behoefte aan -kort gezegd- het betreffende product in plaats van door de wens om de opdracht niet te hoeven aanbesteden, een en ander overeenkomstig artikel 9 lid 14 van het Bao. Ook indien de onderhavige opdracht niet overeenkomstig de voorschriften van de Richtlijn/het Bao gegund behoefde te worden, geldt dat Mondriaan in strijd heeft gehandeld met het transparantiebeginsel nu zij vooraf gunningcriteria noch wegingsfactoren bekend heeft gemaakt. Ook is Educus op andere criteria beoordeeld dan Schoolmaster. Zo heeft de prijs geen rol gespeeld bij de beoordeling van Educus.
3.3. Mondriaan en Schoolmaster voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3.4. Schoolmaster vordert -zakelijk weergegeven- Educus niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen althans haar vorderingen af te wijzen en Mondriaan te gebieden om binnen 48 uur na dit vonnis met Schoolmaster een overeenkomst aan te gaan tot levering van een studentenadministratiepakket, voor zover Mondriaan hiertoe nog altijd een overeenkomst wenst aan te gaan.
3.5. Kort gezegd voert Schoolmaster daartoe aan dat de opdracht tot levering van een studentenadministratiepakket in deze zaak niet is onderworpen aan de Europese aanbestedingsregels zoals neergelegd in het Bao. Mondriaan heeft niet in strijd met de aanbestedingsrechtelijke beginselen ondoorzichtig en willekeurig gehandeld bij de keuze voor het studentenadministratiepakket van Schoolmaster. Schoolmaster maakt momenteel kosten om tijdig in de door Mondriaan gewenste administratie te kunnen voorzien en vraagt van Mondriaan dat zij haar voornemen tot definitieve gunning aan Schoolmaster nakomt.
3.6. Educus en Mondriaan hebben gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering van Schoolmaster.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. De kernvraag die partijen verdeeld houdt is of Mondriaan in strijd heeft gehandeld met het aanbestedingsrecht door in strijd met artikel 9 lid 4 van het Bao de opdracht te splitsen.
4.2. Mondriaan heeft allereerst als verweer aangevoerd dat zij na marktoriëntatie een product heeft gekozen dat ruim onder de drempelwaarde ligt zodat zijzelf de procedure kan kiezen om dat product aan te schaffen. Omdat het huidige KRD door de leverancier daarvan per juli 2012 niet meer wordt ondersteund is Mondriaan naar haar zeggen al in januari 2011 begonnen met haar oriëntatie om voldoende tijd voor implementatie te hebben. Volgens Mondriaan weet Educus al sinds 23 november 2011 dat gekozen is voor het pakket Magister van Schoolmaster en heeft Educus daarom thans ook geen spoedeisend belang meer bij haar vordering.
4.3. Op het punt van het betwiste spoedeisend belang geldt het volgende. Mondriaan wordt toegegeven dat Educus al sinds eind november 2011 op de hoogte was van de keuze van Mondriaan voor het pakket Magister van Schoolmaster. Het had voor de hand gelegen dat Educus toen al een gerechtelijke procedure jegens Mondriaan aanhangig had gemaakt. Gelet evenwel op de aangetekende brief van 9 maart 2012 waarin Mondriaan Educus onder meer heeft bericht haar thans officieel mee te delen niet te kiezen voor een levering door Educus, is er aanleiding Educus op dit formele punt het voordeel van de twijfel te geven. Zulks mede omdat niet geheel kan worden uitgesloten dat Educus tot die tijd mogelijkerwijze in de veronderstelling verkeerde dat de oriënterende fase, waarvan volgens Mondriaan vanaf januari 2011 maandenlang sprake is geweest, tot 9 maart 2012 voortduurde.
4.4. Voorts is de vraag aan de orde of Educus haar stelling dat Mondriaan de opdracht in strijd met de aanbestedingsregels kunstmatig heeft 'geknipt' voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Naar voorlopig oordeel is de aanbieding in de e-mail van 15 juni 2011 (hiervoor vermeld onder 2.8) waarin Educus -kort gezegd- Mondriaan (ongevraagd) een aanbieding onder de aanbestedingsgrens heeft gedaan voor de EduArte modules Kernregistratie geen versterking van dit standpunt van Educus. Mondriaan heeft aangevoerd dat bij een marktoriëntatie nu eenmaal geldt dat inzicht gaandeweg wordt verkregen in wat de mogelijkheden zijn qua aard, omvang en duur van het contract en bijbehorende producten, alsmede ten aanzien van het al dan niet aanschaffen van optionele delen die communiceren met andere programma's. In de visie van Mondriaan is het aan haar te kiezen welk product zij wil. Volgens Mondriaan kan zij dan vervolgens besluiten niet Europees aan te besteden als dat product onder de drempelwaarde blijkt te liggen. In dit verband heeft [X.] (hoofd bedrijfsbureau van Mondriaan) ter zitting desgevraagd verklaard dat het aan te schaffen product slechts het voor Mondriaan essentiële KRD systeem betreft dat nodig is voor de contacten met het ministerie ter zake van de financiering van het opleidingscentrum, de studiefinanciering en de o-v jaarkaart. Naar zeggen van [X.] houdt Mondriaan de modules die zien op de opleidingen, cijfers en dergelijke apart bij in een Excel-programma. Daarbij heeft [X.] verklaard dat de randmodaliteiten inzake bijvoorbeeld de aanwezigheidsregistratie en het resultaatbeheer nog langer dan een jaar te gebruiken zijn alsmede dat in de op handen zijnde overeenkomst met Schoolmaster niet voorzien is in verlengingsopties.
4.5. Gelet op het voorgaande wordt het verweer van Mondriaan vooralsnog voldoende overtuigend geacht om aan te nemen dat zij niet in strijd heeft gehandeld met de in artikel 9 lid 1, 4 en 14 Bao geformuleerde bepalingen. Het verweer van Mondriaan dat haar na de marktoriëntatie was gebleken dat er allerlei samenstellingen in omvang en aard van het door haar gewenste product waren duidt er in ieder geval niet zonder meer op dat zij de intentie heeft gehad om de opdracht aan de bepalingen van het Bao te onttrekken. De stelling van Educus dat uit de door Mondriaan gehanteerde oneigenlijke termijn van één jaar voor het contract blijkt dat Mondriaan kunstmatig heeft geknipt in de omvang van de opdracht, heeft Mondriaan betwist. Volgens Mondriaan geeft een contractduur van één jaar flexibiliteit. In haar visie biedt het de mogelijkheid om te zien hoe het nieuwe programma werkt en met de bestaande overige programma's communiceert, om later te beslissen of wellicht meer modaliteiten worden aangeschaft en voor hoe lang. Schoolmaster heeft ter zitting verklaard dat zij bijna altijd contracteert voor een kortere periode dan vier jaar omwille van de flexibiliteit. Educus is er naar voorlopig oordeel niet in geslaagd om deze verweren met kracht van argumenten te weerleggen. Daarom faalt de stelling van Educus dat een contractsduur van één jaar oneigenlijk is.
4.6. Voorts heeft Educus gesteld dat Mondriaan jegens haar onrechtmatig handelt omdat zij vertrouwen heeft gewekt dat met Educus gecontracteerd zou worden en omdat er sprake is van strijd met het transparantie- en gelijkheidsbeginsel. Op dit punt wordt geoordeeld dat uit het hiervoor vermelde feitenrelaas, met name de correspondentie tussen Educus en Mondriaan, niet geconcludeerd kan worden dat Mondriaan bij Educus verwachtingen heeft opgewekt die noopten tot contracteren met Educus. Mondriaan heeft informatie gevraagd aan Educus, die op haar beurt informatie heeft verstrekt. Daarbij heeft Mondriaan meer dan eens vermeld dat zij zich aan het oriënteren is. De ongevraagde bieding van Educus bij brief van 15 juni 2011 dient voor risico van Educus te blijven. Uit het houden van een dag van de leveranciers blijkt ook dat Mondriaan geïnteresseerd was in meer leveranciers dan Educus alleen. Op die informatiedag op 27 september 2011 heeft Mondriaan naar haar zeggen de procedure geschetst zoals die haar voor ogen stond. Educus heeft dit niet betwist. Dat selectie- en gunningvereisten die gelden voor opdrachten met een bedrag boven de drempelwaarde even strikt in acht genomen dienen te worden als voor opdrachten onder de drempel, is gesteld noch gebleken. De door Mondriaan gevolgde procedure is -zo volgt uit de vastgestelde feiten- voldoende transparant, terwijl voorzien is in een beoordelingskader dat een objectieve vergelijking van de inschrijvers mogelijk maakt. Een en ander leidt tot de conclusie dat Mondriaan met het voornemen om de opdracht aan Schoolmaster te gunnen, jegens Educus niet onrechtmatig heeft gehandeld. De subsidiaire vordering van Educus die ziet op het verstrekken van inzage in de overeenkomst die Mondriaan met Schoolmaster wil sluiten, wordt daarom ook afgewezen.
4.7. De vordering van Schoolmaster om Mondriaan te gebieden met haar een overeenkomst aan te gaan is niet voor toewijzing vatbaar. Op dit punt wordt geoordeeld dat het in de rede ligt dat Mondriaan -indien zij inzake een studentenadministratiepakket nog steeds een overeenkomst wenst aan te gaan- met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid met Schoolmaster zal contracteren. Zulks mede gezien de voorbereidingen die getroffen zijn. Ook het verweer van Mondriaan ten aanzien van de subsidiaire vordering van Educus dat het Mondriaan niet vrij stond om met Schoolmaster te contracteren omdat Educus steeds geen juridische actie ondernam, duidt erop dat een contract met Schoolmaster voor de hand ligt.
4.8. Educus zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Schoolmaster zal worden veroordeeld in de proceskosten van Mondriaan, welke kosten worden begroot op nihil, nu niet is gebleken dat Mondriaan als gevolg van de vordering van Schoolmaster extra kosten heeft moeten maken. Ondanks de afwijzing van de vordering van Schoolmaster jegens Mondriaan, moet Educus in haar verhouding tot Schoolmaster worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Het belangrijkste doel van Schoolmaster om te interveniëren in de onderhavige procedure was immers te voorkomen dat de vorderingen van Educus zouden worden toegewezen waardoor het voornemen van Mondriaan om met Schoolmaster te contracteren op losse schroeven zou komen te staan. Dat doel is bereikt. Educus zal dan ook (tevens) worden veroordeeld in de proceskosten van Schoolmaster, zoals gevorderd uitvoerbaar bij voorraad en te vermeerderen met de wettelijke rente alsmede (deels voorwaardelijk) in de nakosten.
wijst de vorderingen van Educus af;
wijst de vordering van Schoolmaster jegens Mondriaan af;
veroordeelt Schoolmaster voor wat betreft de door haar ingestelde vordering jegens Mondriaan in de kosten van Mondriaan, tot dusver begroot op nihil;
veroordeelt Educus in de overige proceskosten, tot dusverre begroot aan de zijde van zowel Mondriaan als Schoolmaster telkens op € 1.391,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 575,-- aan griffierecht, ten behoeve van Schoolmaster te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis;
veroordeelt Educus tevens in de nakosten aan de zijde van Schoolmaster, forfaitair begroot op € 131,-- aan salaris advocaat;
bepaalt dat, indien en voor zover Educus niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan voormelde proceskostenveroordeling jegens Schoolmaster heeft voldaan en het vonnis om die reden door Schoolmaster aan Educus is betekend, de nakosten worden vermeerderd met een bedrag van € 68,-- aan salaris advocaat en met de explootkosten van de betekening van dit vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente;
verklaart de kostenveroordeling ten behoeve van Schoolmaster uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2012.