ECLI:NL:RBSGR:2012:BW7094

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/14591
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verlengingsbesluit van vrijheidsontnemende maatregel

Op 2 mei 2012 heeft de vreemdeling een beroepschrift ingediend bij de rechtbank tegen het verlengingsbesluit van 3 april 2012, waarbij de op 7 oktober 2011 opgelegde maatregel van bewaring met maximaal 12 maanden is verlengd. De openbare behandeling vond plaats op 21 mei 2012, maar de vreemdeling en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De rechtbank overweegt dat de verweerder, de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, de rechtbank niet tijdig heeft geïnformeerd over het verlengingsbesluit, wat in strijd is met artikel 94 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank oordeelt dat het beroep van de vreemdeling gegrond is, omdat de kennisgeving van het verlengingsbesluit niet tijdig is gedaan. Hierdoor wordt het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat dit alleen kan worden toegewezen als de rechtbank de opheffing van de bewaring beveelt, wat in dit geval niet aan de orde is. De rechtbank veroordeelt de verweerder in de proceskosten van de vreemdeling, vastgesteld op € 437,--. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 mei 2012 en partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/14591
uitspraak van de enkelvoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht tussen
[vreemdeling], V-nummer [nummer],
(gemachtigde: mr. M.K. Bhadai, advocaat te Den Haag),
en
de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, voorheen de Minister voor Immigratie en Asiel, verweerder (gemachtigde: mr. C.J. Tromp, ambtenaar ten departemente).
Procesverloop
Op 2 mei 2012 heeft de vreemdeling een beroepschrift ingediend bij de rechtbank. Het beroep is gericht tegen het verlengingsbesluit van 3 april 2012, waarbij verweerder de op
7 oktober 2011 aan de vreemdeling opgelegde maatregel van bewaring met ten hoogste 12 maanden heeft verlengd. Tevens is verzocht om toekenning van een schadevergoeding.
De openbare behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 21 mei 2012.
De vreemdeling en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1 De rechtbank overweegt ambtshalve het volgende.
In artikel 94, eerste lid, van de Vw 2000 is bepaald dat verweerder uiterlijk op de achtentwintigste dag na de bekendmaking van een besluit tot oplegging van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in de artikelen 6, 58 en 59 van de Vw 2000 de rechtbank hiervan in kennis stelt, tenzij de vreemdeling voordien zelf beroep heeft ingesteld.
Bij Wet van 15 december 2011 ter implementatie van de Tri, van kracht geworden op
31 december 2011, is aan artikel 94 een vijfde lid toegevoegd, inhoudende dat
het eerste, derde en vierde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing is op een besluit tot verlenging van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in artikel 59, zesde lid, van de Vw 2000.
Vast staat dat het verlengingsbesluit is bekendgemaakt op 3 april 2012.
Ingevolge artikel 94, vijfde lid, van de Vw 2000 had verweerder de rechtbank uiterlijk op
1 mei 2012 in kennis dienen te stellen van het feit dat hij ten aanzien van de vreemdeling een verlengingsbesluit heeft genomen, tenzij de vreemdeling zelf reeds beroep had ingesteld. Dit beroep is evenwel eerst op 2 mei 2012 ingesteld. Nu verweerder een (tijdige) kennisgeving achterwege heeft gelaten, is de rechtbank van oordeel dat het beroep van de vreemdeling reeds om die reden gegrond dient te worden verklaard.
Hetgeen de vreemdeling in zijn beroepschrift van 2 mei 2012, en aangevuld op respectievelijk 9 en 19 mei 2012, heeft aangevoerd kan dan ook onbesproken blijven.
2 Het beroep is derhalve gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd.
Voor het toekennen van schadevergoeding is gelet op het bepaalde in artikel 106 van de Vw 2000 slechts ruimte indien de rechtbank de opheffing van de bewaring beveelt. Dit kan echter slechts indien beroep wordt ingesteld tegen het voortduren van de bewaringsmaatregel op grond van artikel 96 van de Vw 2000 en niet indien enkel - zoals in het onderhavige geval - beroep is aangetekend tegen het verlengingsbesluit.
3 De rechtbank ziet aanleiding verweerder met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) te veroordelen in de door de vreemdeling gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn op voet van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgesteld op € 437,-- (1 punt voor het beroepschrift; waarde per punt
€ 437,-- en wegingsfactor 1). Aangezien ten behoeve van de vreemdeling een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, dient de betaling van dit bedrag ingevolge artikel 8:75, tweede lid, Awb te geschieden aan de griffier van de rechtbank.
Beslissing
De rechtbank 's-Gravenhage:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van verweerder van 3 april 2012;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 437,-- welke kosten verweerder aan de griffier dient te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter, in aanwezigheid van J.J. Brands, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2012.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Krachtens artikel 95 Vw 2000 staat tegen deze uitspraak voor partijen hoger beroep open.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt één week na verzending van de uitspraak door de griffier.
Bij het beroepschrift dient een kopie van deze uitspraak te worden overgelegd.
Het beroepschrift dient een of meer grieven tegen de uitspraak van de rechtbank te bevatten en moet geadresseerd worden aan de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC Den Haag. (Nadere informatie: www.raadvanstate.nl)