ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4647
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mensenhandel en opzettelijke vrijheidsberoving in Den Haag
Op 27 april 2012 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.J.P. Nolet. De officier van justitie, mr. D.J. Laman, had gevorderd dat de verdachte voor de ten laste gelegde feiten, waaronder mensenhandel en opzettelijke vrijheidsberoving, zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet kan worden beschuldigd van mensenhandel, omdat niet bewezen kon worden dat hij de aangeefster heeft gedwongen of bewogen om haar opbrengsten uit prostitutie af te staan. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten en het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak is gedaan in het kader van een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op de zitting van 27 april 2012.