ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4304

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
27 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/757103-11
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksuele uitbuiting van minderjarige en bezit van kinderpornografisch materiaal

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 april 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het onttrekken van een minderjarige aan het wettig gezag en het plegen van seksuele handelingen met haar. De verdachte had de vijftienjarige [X], die door een verstandelijke beperking functioneerde op het niveau van een negenjarige, gedurende zes dagen ondergebracht in zijn caravan op een camping, zonder toestemming van haar ouders. Gedurende deze periode heeft de verdachte seksuele handelingen met [X] gepleegd, waaronder seksueel binnendringen. Daarnaast had de verdachte een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in zijn bezit.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waaronder het onttrekken van een minderjarige aan het wettig gezag en het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer in overweging genomen. De verdachte werd als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd vanwege zijn zwakbegaafdheid, wat invloed had op zijn vermogen om de gevolgen van zijn daden te overzien.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 133 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een werkstraf van 180 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De rechtbank heeft ook de bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte zich moet houden aan de voorschriften van de reclassering en een behandeling moet ondergaan bij een GGZ-instelling. De rechtbank heeft de op de beslaglijst genummerde voorwerpen onttrokken aan het verkeer, aangezien deze in verband stonden met de bewezen verklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/757103-11
Datum uitspraak: 27 april 2012
(Verkort vonnis)
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats],
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 13 april 2012.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M.D. Naarden, advocaat te 's-Gravenhage, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. I.W. Streefland heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem onder feit 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 133 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarde dat hij zich houdt aan de voorschriften hem te geven door de reclassering, en tot een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De bewijsmiddelen.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
De bewezenverklaring.
De rechtbank verklaart bewezen - zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 29 december 2010 tot en met 3 januari 2011 te [plaats 1], en [plaats 2] opzettelijk een minderjarige, te weten [X] (geboren op [geboortedatum] 1995), heeft onttrokken aan het wettig over haar gestelde gezag, immers heeft verdachte daar toen, genoemde [X] ondergebracht op camping '[camping]' te [plaats 1] zonder medeweten en toestemming van de ouders van [X];
feit 2:
in de periode van 29 december 2010 tot en met 3 januari 2011 te [plaats 1], met [X], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [X], hebbende verdachte
- zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [X] gebracht en
- zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [X] gebracht en
- zijn, verdachtes, tong in de mond van die [X] gebracht en
- die [X] aan zijn, verdachtes, penis laten trekken en
- zijn, verdachtes, penis laten betasten door die [X];
feit 3:
in de periode van 1 mei 2010 tot en met 01 februari 2011 te [woonplaats] een personal computer en een laptop, bevattende afbeeldingen van één of meer seksuele gedragingen, waarbij telkens één of meer personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, waren betrokken of schijnbaar waren betrokken, bestaande die seksuele gedragingen uit:
Blank meisje, geschatte leeftijd tussen de 8 en 10 jaar oud, zit met ontbloot
onderlichaam op een bed met de benen wijd en haar knieën opgetrokken. De foto
is gericht op de vagina en anus van het meisje
en
Blank naakt meisje, geschatte leeftijd tussen de 4 en 10 jaar oud, ligt op haar rug op een bed. Haar benen zijn wijd. Ze heeft haar handen grotendeels voor haar gezicht geslagen. Een naakte man heeft een stijve piemel en heeft de eikel van zijn penis in haar vagina. Van de man is alleen zijn linkerbovenbeen, onderbuik en penis te zien
en
Een blank naakt meisje, geschatte leeftijd tussen de 14 en 16 jaar oud, draagt pumps met hoge hakken en ze draagt alleen lange doorzichtige handschoenen. Ze zit op haar rechterheup en leunt daarbij op haar rechterarm. Ze heeft haar benen wijd. Haar rechterbeen ligt gebogen op de grond en haar linkerbeen met de knie omhoog. Hierdoor is er zicht op haar vagina. De foto is ook gericht op haar vagina,
in bezit heeft gehad;
feit 4:
in de periode van 1 mei 2010 tot en met 01 februari 2011 te [woonplaats],
een personal computer en een laptop, bevattende bewegende beelden van één of meer seksuele gedragingen, waarbij telkens één of meer personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, waren betrokken of schijnbaar waren betrokken, bestaande die seksuele gedraging(en)
uit:
Geschatte leeftijd van de meisjes is tussen de 14 en 16 jaar oud. Een blank naakt meisje staat onder de douche en gaat daarna gekleed op een bed zitten. Een tweede meisje ligt daar al. Ze kleden zich uit en trekken een string aan. Een close-up beeld wordt van de schaamstreek van de meisjes gemaakt. De meisjes betasten elkaar en likken elkaars borsten. Ze trekken een andere string aan en laten hun billen en vagina zien in een close-up beeld. Ze kleden zich uit en gaan met de buiken op elkaar liggen, daarbij raken de vagina's elkaar, hiervan wordt een close-up beeld gemaakt. Ze gaan op hun rug liggen en betasten elkaars vagina. Volgende beeld is een naakte man welke op zijn rug ligt en meisje 2 zit op zijn onderbuik met de rug naar hem toe. Haar benen zijn aan beide kanten van zijn heup. Ze masturbeert de man met haar hand. Meisje 1 pijpt de penis van de man. Daarna doet meisje 2 de penis in haar vagina en blijft daarbij op hem zitten. Meisje 1 masseert daarbij de ballen van de man. De penis van de man komt uit de vagina van meisje 2 en meisje 1 trekt de man af met haar hand;
en
Het betreft een compilatie van meerdere beelden van hetzelfde meisje. De geschatte leeftijd van het meisje is tussen de 8 en 12 jaar oud.
Film 1: Een blank meisje pijpt een man. Daarna doet de man zijn penis tussen haar benen, maar niet in haar vagina en ze beweegt heen en weer. Hierbij wordt er van bovenaf gefilmd en zijn de billen van het meisje en de buik en de penis van de man zichtbaar. Daarna pijpt het meisje de stijve penis van de man weer. Op de achtergrond is te zien dat dit zich in een garage afspeelt. Het meisje moet de penis van de man likken en hij geeft aanwijzingen met zijn hand. Het meisje trekt daarna haar truitje omhoog en moet haar borstjes laten zien, daarna doet ze haar onderbroekje naar beneden en laat ze haar vagina zien;
Film 2: Het meisje is op een bed en likt de stijve penis van een man;
Film 3: Het meisje pijpt de stijve penis van een man, daarna doet ze haar
onderbroekje naar beneden en laat ze haar vagina zien. De man wrijft met zijn
penis tegen de vagina van het meisje. Het meisje moet daarna gaan liggen op
haar buik en de man doet haar onderbroekje naar beneden. Meisje draait weg en
doet broekje weer aan en steekt haar tong uit naar de camera;
Film 4: Meisje pijpt de penis van een man;
Film 5: Meisje pijpt de penis van de man;
Film 6: Meisje ligt met de benen omhoog op een bed en heeft een ontbloot onderlijf. De man wrijft zijn penis tegen haar vagina aan. Meisje duwt hem weg en trekt maillot weer aan. Meisje pijpt daarna de man weer en daarna trekt ze hem af met haar hand;
Film 7: Meisje ligt op haar buik met ontbloot onderlichaam en haar vagina komt close-up in beeld;
Film 8: Meisje zit op een bank en pijpt de penis van de man. De man wrijft met zijn penis tegen de vagina van het meisje aan;
Film 9: Meisje pijpt de man;
Film 10: Meisje pijpt de man, de man duwt haar hoofd naar beneden waardoor de penis ver in haar mond komt. Meisje duwt de man van haar af;
Film 11: Meisje spreekt in een buitenlandse taal in de camera en pijpt daarna de man;
Film 13: Man en meisje zijn ergens buiten en het meisje pijpt de man terwijl ze staan;
Film 14: Meisje ontbloot haar onderlichaam en toont haar billen aan de camera. De man staat achter haar en zet zijn penis tegen haar vagina aan. Daarna pijpt het meisje de man;
Film 15, 16, 17 en 18: Het meisje pijpt de man
en
Vrouw en meisje, de geschatte leeftijd van het meisje is tussen de 1 en 3 jaar oud, zitten op een laptop kinderporno te bekijken. Vrouw zet kind op de wc en close-up wordt het plassen getoond. Vrouw gaat zelf ook op het toilet plassen en haar vagina wordt close-up gefilmd. De vrouw kleedt het meisje geheel uit terwijl er op de laptop nog steeds kinderporno te zien is. De vrouw smeert een toetje op haar mond en laat het meisje het aflikken. De vrouw gaat op de grond liggen en zet het meisje op haar buik en laat het meisje met haar BH en borsten spelen en laat haar aan haar borsten zuigen. Zij betast het meisje over haar gehele lichaam en ook over de vagina. De vrouw kleedt uiteindelijk ook zichzelf uit en laat het kind haar uitkleden. Ze gaan beiden naakt op een matras op de grond liggen. Ze eten samen een toetje en de vrouw laat het meisje het toetje van haar borsten likken. Ze smeert daarna het meisje onder met het toetje en likt dat bij haar af, daarbij likt ze de vagina van het
meisje. De vagina van het meisje komt close-up in beeld. Het meisje smeert de vrouw onder met het toetje en likt dat weer af. Het meisje likt het toetje ook af van de vagina van de vrouw. Daarna smeert het meisje de billen van de vrouw in en likt dat weer af. De vrouw en het meisje gaan weer plassen op het toilet en ook dat wordt weer gefilmd. Het meisje wordt daarbij bij de vagina betast door de filmer,
in bezit heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde en van de verdachte.
Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, aangezien er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De verdachte is deswege strafbaar, nu er evenmin feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
Strafmotivering.
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft [X] (hierna: [X]) nadat zij van huis was weggelopen voor een periode van zes dagen zonder toestemming of medeweten van haar ouders ondergebracht in zijn caravan op een camping in [plaats 1]. [X] was op dat moment vijftien jaar oud, maar functioneerde vanwege een verstandelijke beperking op het niveau van een negenjarige. In de betreffende periode heeft verdachte in die caravan seksuele handelingen met haar gepleegd, die ook bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [X].
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij, door [X] mee te nemen, eraan heeft bijgedragen dat haar familie die periode met grote angst en een gevoel van machteloosheid heeft geleefd. Het behoeft geen betoog dat het, mede gelet op de verdwijningszaken die ook in de betreffende periode in het nieuws zijn geweest, zeer verontrustend is als een minderjarige verdwenen is en dagenlang opheldering uitblijft omtrent de verblijfplaats van die minderjarige.
Voorts heeft verdachte door het plegen van de seksuele handelingen een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [X]. Met de ongeclausuleerde strafbaarstelling van het plegen van seksuele handelingen met een persoon onder de zestien jaar, heeft de wetgever minderjarigen in bescherming willen nemen en de verantwoordelijkheid voor dergelijke handelingen nadrukkelijk willen neerleggen bij de betrokken meerderjarige. In de Nederlandse maatschappij is het uitgangspunt dat kinderen van deze leeftijd beschermd moeten worden tegen confrontaties met de seksuele beleving van volwassenen. Gezien hun jeugdige leeftijd worden zij geacht daaraan geestelijk en lichamelijk niet toe te zijn. Daar komt nog bij, dat [X] vanwege haar verstandelijke beperking (nog) minder in staat was de consequenties van haar handelen te overzien en dat zij zich - gegeven die beperking - in een situatie van verhoogde kwetsbaarheid bevond. Verdachte had zich moeten realiseren dat er sprake was van een door de wet strafbaar gestelde ongelijkwaardige relatie. Verdachte is hierin ernstig tekort geschoten en heeft zijn lustgevoelens laten prevaleren boven de belangen van [X].
De rechtbank neemt niettemin ten voordele van verdachte in aanmerking, dat [X] vrijwillig is meegegaan met verdachte en dat de seksuele handelingen op vrijwillige basis hebben plaatsvonden.
Verdachte heeft daarnaast een hoeveelheid kinderpornografisch materiaal in bezit gehad. Het bezit van dergelijk materiaal is buitengewoon verwerpelijk, in het bijzonder omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen daadwerkelijk seksueel worden geëxploiteerd. Door zijn handelen heeft verdachte dergelijk misbruik niet alleen in stand gehouden, maar heeft hij tevens bijgedragen aan de toename van dit soort misbruik. Verdachte heeft hierbij kennelijk niet stilgestaan en heeft - ook bij deze feiten - zijn eigen behoeften voorop gesteld.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit het justitieel documentatieregister (strafblad) betreffende verdachte. Hieruit volgt dat verdachte zich niet eerder schuldig heeft gemaakt aan een (soortgelijk) misdrijf.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het rapport van psychologisch onderzoek van verdachte dat op 17 mei 2011 door psycholoog drs. M.J.B. Van Eck, onder supervisie van drs. M.H. Keppel, GZ-psycholoog, is opgemaakt en het rapport van de reclassering dat op 31 oktober 2011 over verdachte is opgemaakt.
Uit het rapport van deskundige Van Eck, dat vooral ziet op de feiten 1 en 2, volgt dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van zwakbegaafdheid. Omdat verdachte door zijn zwakbegaafdheid minder in staat is om situaties en de gevolgen van zijn handelen te overzien, lijkt hij in enige mate te zijn belet om een andere gedragskeuze te maken. Hij moet daarom voor het ten laste gelegde enigszins verminderd toerekeningsvatbaar worden geacht. Het recidiverisico wordt door de gedragsdeskundige mede vanwege de zwakbegaafdheid van verdachte op (laag)gemiddeld geschat en zij acht een behandeling bij De Waag geïndiceerd teneinde de kans op recidive te verkleinen.
Uit het reclasseringsrapport volgt ten aanzien van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen, dat verdachte wisselvallig is gebleken in het bieden van openheid over zijn seksuele belevingswereld, maar dat er sprake lijkt te zijn van een jongeman die wel degelijk seksuele gevoelens heeft ten aanzien van minderjarigen, waarbij de voorkeur ligt bij jonge meisjes in de leeftijd van 10 tot 14 jaar. De reclassering acht het risico op recidive laaggemiddeld. De reclassering vermeldt evenwel uitdrukkelijk, dat er gezien de weinig volwassen cognitieve vaardigheden en presentatie van verdachte een risico bestaat dat hij relaties met minderjarigen zal blijven aangaan - omdat hij bij hen nu eenmaal gemakkelijker aansluiting vindt dan bij volwassenen - én dat de fantasieën van verdachte over minderjarigen aanwezig zullen blijven, terwijl hij anders dan 'afleiding zoeken' geen handvatten heeft om met deze gevoelens om te gaan. De rapporteur adviseert dan ook om verdachte onder toezicht van de reclassering te stellen. In het kader van dat toezicht kan verdachte een ambulante behandeling ondergaan bij GGZ Eindhoven (Woenselse Poort) of een soortgelijke instelling.
De rechtbank volgt de gedragsdeskundige in haar oordeel over de mate van toerekeningsvatbaarheid van verdachte en neemt bij de straftoemeting voorts in aanvulling op de inhoud van de rapportages in aanmerking, dat verdachte bij gelegenheid van zijn politieverhoor van 21 juli 2012, dat na het opmaken van de aangehaalde rapporten heeft plaatsgevonden, onomwonden heeft verklaard dat hij fantasieën heeft over het plegen van seksuele handelingen met meisjes van 10 à 11 jaar. De rechtbank acht het dan ook van groot belang dat aan deze gevoelens de nodige aandacht wordt besteed in de vorm van een passende behandeling. Ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven dat hij hiervoor reeds onder behandeling is bij de Woenselse Poort. Het is wenselijk dat deze behandeling binnen het kader van het reclasseringstoezicht wordt voortgezet. De rechtbank zal verdachte dan ook een deels voorwaardelijke straf opleggen en daaraan de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact verbinden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de officier van justitie bij het formuleren van haar strafeis verder voldoende rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde en de door de rechtbank in aanmerking genomen omstandigheden. Het is op deze grond dat de rechtbank de hierna te vermelden straffen zal opleggen, zoals die door de officier van justitie zijn gevorderd.
In beslag genomen voorwerpen.
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de onder 3 en 4 bewezen verklaarde feiten zijn begaan.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36c, 57, 63, 240b, 245 en 279 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gesteld gezag;
ten aanzien van feit 2:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3 en feit 4:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 133 dagen;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 90 dagen niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
alsmede onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
en onder de bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de stichting Reclassering Nederland, zolang die instelling zulks nodig acht, ook als dat inhoudt een meldingsgebod en het ondergaan van een behandeling bij GGZ Eindhoven (Woenselse Poort) of een soortgelijke instelling;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
veroordeelt verdachte voorts tot:
een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 180 uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 90 dagen;
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst met parketnummer 09/757103-11 onder 1 en 2 genummerde voorwerpen, te weten:
1. 1 stk computer kl: beige MSI;
2. 1 stk computer kl: zwart Acer.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.J. van As, voorzitter,
mr. J.W. du Pon en mr. J.T.W. van Ravenstein, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G. van Beek, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 april 2012.
Mr. Van Ravenstein is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.