ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4071
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Motivering en beoordeling van de duur van een inreisverbod in vreemdelingenzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 april 2012 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod dat aan eiser was opgelegd door de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Eiser was in vreemdelingenbewaring gesteld en had beroep ingesteld tegen het besluit van 2 maart 2012, waarbij hem een inreisverbod van twee jaar was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die de duur van het inreisverbod zouden kunnen beïnvloeden. Eiser stelde dat alle relevante omstandigheden van zijn individuele geval beoordeeld moesten worden, maar de rechtbank oordeelde dat zonder dergelijke bijzondere omstandigheden verweerder kon volstaan met de standaardduur van het inreisverbod.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het wettelijk kader, inclusief de Terugkeerrichtlijn, betrokken bij haar oordeel. Het is vastgesteld dat de verweerder, in dit geval de Minister, niet verplicht was om verder te motiveren waarom de standaardduur van twee jaar werd opgelegd, aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van deze standaardduur rechtvaardigden. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het aanvoeren van bijzondere omstandigheden in vreemdelingenzaken, en dat zonder dergelijke omstandigheden de standaardprocedures en -termijnen van toepassing blijven. Eiser heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen deze uitspraak, waarbij de termijn voor het indienen van hoger beroep één week na verzending van de uitspraak bedraagt.