ECLI:NL:RBSGR:2012:BW3507
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B. van Velzen
- A.J. den Besten
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegd inreisverbod wegens gebrek aan informatie over zienswijze
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 april 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H. Üzümcü, en de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, vertegenwoordigd door ambtenaar mr. E. Söylemez. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister waarin haar een inreisverbod voor de duur van twee jaar was opgelegd, na een eerder uitgevaardigd terugkeerbesluit. Eiseres stelde dat zij ten onrechte niet in de gelegenheid was gesteld om schriftelijk haar zienswijze over het voorgenomen inreisverbod te geven. De rechtbank oordeelde dat artikel 4:9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) eiseres de keuze biedt om mondeling of schriftelijk te reageren, en dat verweerder haar niet adequaat had geïnformeerd over deze mogelijkheid. Dit gebrek aan informatie leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit in strijd was met de Awb.
Daarnaast voerde eiseres aan dat het inreisverbod in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat in een vergelijkbare zaak geen inreisverbod was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat eiseres voldoende onderbouwd had aangetoond dat verweerder dit beroep niet adequaat had weerlegd. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering berustte en dat het beroep gegrond was. De rechtbank vernietigde het inreisverbod en veroordeelde de Minister in de proceskosten van eiseres, die op € 874 werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van correcte informatievoorziening aan vreemdelingen in procedures rondom inreisverboden.