ECLI:NL:RBSGR:2012:BW3301
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.D. Bellaart
- J.M.C. Louwinger – Rijk
- M.C. Ritsema van Eck- van Drempt
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarige naar Australië afgewezen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 april 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing van de moeder met de minderjarige naar Australië. De moeder had verzocht om toestemming om met de minderjarige te verhuizen, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De zaak werd behandeld door mr. I.D. Bellaart, waarbij zowel de vader als de moeder, vergezeld door hun advocaten, aanwezig waren. De moeder was ook bijgestaan door een tolk. Tijdens de zitting hebben partijen besloten om te trachten hun geschil via mediation op te lossen, wat resulteerde in een ouderschapsplan. Dit plan bevatte afspraken over de invulling van hun ouderschap, afhankelijk van de toestemming voor verhuizing.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige in Nederland is, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen. Bij de beoordeling heeft de rechtbank het belang van de minderjarige vooropgesteld, evenals de belangen van beide ouders. De rechtbank erkende de wens van de moeder om naar Australië te verhuizen, maar oordeelde dat niet was aangetoond dat er een noodzaak was voor deze verhuizing. De rechtbank benadrukte dat het belang van de minderjarige om een goede band met beide ouders te behouden zwaarder weegt dan de wens van de moeder om te verhuizen.
De rechtbank heeft het primaire verzoek van de moeder afgewezen en de overige verzoeken van de moeder eveneens afgewezen. De rechtbank heeft de onderlinge regeling zoals vastgelegd in het ouderschapsplan in de beschikking opgenomen en bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. Deze beschikking is gegeven door een meervoudige kamer van kinderrechters en is openbaar uitgesproken op de zitting van 10 april 2012.