ECLI:NL:RBSGR:2012:BW3204

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/3209
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkingen opgelegd aan demonstratie van de Armeense Federatie in Den Haag

Op 18 april 2012 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van de Federatie Armeense Organisaties Nederland en andere verzoeksters tegen de burgemeester van Den Haag. De burgemeester had een beperking opgelegd aan de demonstratie van de Armeense Federatie (FAON), die gepland stond op het Plein, en deze verplaatst naar het Malieveld. De voorzieningenrechter oordeelde dat de opgelegde beperkingen niet onredelijk waren. De burgemeester had in redelijkheid kunnen besluiten om de demonstratie niet op het Plein te laten plaatsvinden, gezien de verkeerssituatie en de toegankelijkheid voor hulpdiensten, die door een verbouwing aan het Mauritshuis werd bemoeilijkt. Bovendien was de omvang van de demonstratie onduidelijk en bestond de kans dat er meer dan 200 demonstranten zouden verschijnen, wat de situatie verder compliceren zou, vooral gezien een andere demonstratie in de nabijheid. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vrees voor ongeregeldheden niet slechts denkbeeldig was en dat de burgemeester voldoende gemotiveerd had toegelicht waarom de demonstratie op het Malieveld moest plaatsvinden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de verzoekers werden verplicht het griffierecht te betalen. De uitspraak is gedaan op basis van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet Openbare Manifestaties, waarbij het recht op vergadering en betoging werd erkend, maar ook de mogelijkheid voor de burgemeester om beperkingen op te leggen ter bescherming van de openbare orde.

Uitspraak

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/3209
uitspraak ingevolge artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op het verzoek om voorlopige voorziening van
De Federatie Armeense Organisaties Nederland, de Federatie Koerden in Nederland, de Assyrische Democratische Organisaties en de Federatie van arbeiders uit Turkije in Nederland, verzoeksters
(gemachtigde mr. H. Uzumcu),
tegen
de Burgemeester van Den Haag, verweerder
(gemachtigde: P. Verhoeff).
ten aanzien van het besluit van verweerder van 17 april 2012, waarbij is besloten een beperking op te leggen ten aanzien van de locatie van de demonstratie van de Armeense Federatie (FAON) van woensdag 18 april 2012. De beperking houdt in dat de demonstratie niet mag worden gehouden op het Plein, maar dient te worden verplaatst naar het Malieveld. De demonstratie mag hier, conform de wens van de organisatie, van 11.00 tot 16.00 worden gehouden. Tegen dit besluit hebben verzoeksters bij brief van 18 april 2012 bezwaar gemaakt. Tevens hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1 Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend voor de beslissing in de bodemprocedure.
2 In artikel 9, eerste lid, van de Grondwet wordt het recht tot vergadering en betoging erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
In artikel 9, tweede lid, van de Grondwet is bepaald dat de wet regels kan stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Ingevolge artikel 2 van de Wet Openbare Manifestaties (hierna: WOM) kunnen de bij of krachtens de bepalingen uit deze paragraaf aan overheidsorganen gegeven bevoegdheden tot beperking van het recht tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging en het recht tot vergadering en betoging, slechts worden aangewend ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de WOM kan de burgemeester naar aanleiding van een kennisgeving voorschriften en beperkingen stellen of een verbod geven.
Ingevolge artikel 5, tweede lid, aanhef en onder c, van de WOM kan een verbod slechts worden gegeven indien een van de in artikel 2 genoemde belangen dat vordert.
3 Bij e-mail van 12 april 2012 is namens de FAON een kennisgeving van een demonstratie gedaan, met als doel om tijdens het staatsbezoek van president Gül van Turkije aandacht te vragen voor de mensenrechten in Turkije en de Turkse en Nederlandse regering duidelijk te maken dat president Gül niet welkom is in Nederland. De FAON wenst haar betoging op 18 april 2012 te organiseren op het Plein.
4 Bij het bestreden besluit heeft verweerder een beperking opgelegd, die inhoudt dat de demonstratie niet mag worden gehouden op het Plein, maar dient te worden verplaatst naar het Malieveld. Hieraan heeft verweerder, samengevat, ten grondslag gelegd dat het in verband met de veiligheidsmaatregelen rondom het staatsbezoek van president Gül, het ontbreken van grip op de participerende groep, de aanwezigheid van uitgaanspubliek op de terassen en overige horeca, het aanwezige reguliere winkelend publiek en de gewijzigde verkeerscirculatie in verband met de verbouwing van het Mauritshuis en de huidige calamiteitenroute over het Plein, onwenselijk is om een demonstratie op het Plein te faciliteren. Verweerder heeft hierbij toegelicht dat het Plein onder normale omstandigheden groot genoeg is om een demonstratie van 200 deelnemers te faciliteren. Deze situatie ligt gelet op voornoemde omstandigheden nu anders. Verweerder heeft hierbij onder meer gewicht toegekend aan het feit dat de organisatie heeft aangegeven dat het aangehouden worden door de politie in nabijheid van president Gül het doel van de demonstratie kan ondersteunen. Voorts ziet de FAON geen mogelijkheden om het aantal deelnemers daadwerkelijk tot 200 te beperken en bovendien wil de FAON geen verantwoordelijkheid nemen voor deelnemers die bovenop het aantal van 200 toch willen aansluiten bij de demonstratie. Voorts vindt op de Lange Vijverberg een manifestatie plaats van aanhangers van het regime van president Gül. Gelet op de tegenstrijdige belangen van beide groeperingen, is het van belang om voldoende ruimte tussen beide locaties te houden, zodat de politie, indien noodzakelijk, adequaat kan optreden.
5 Verzoekers kunnen zich niet verenigen met dit besluit en hebben hiertoe aangevoerd dat uit het besluit juist blijkt dat het mogelijk is dat het aantal mensen beperkt kan blijven tot 200 en dat de vrees voor een wanordelijk verloop van de demonstratie onvoldoende is onderbouwd en niet gebaseerd is op feiten. Verzoekers wijzen erop dat zij in goede samenwerking met de politie een goed verloop van de demonstratie trachten te bewerkstelligen
6 De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder op grond van artikel 5, eerste lid, van de WOM een discretionaire bevoegdheid heeft tot het stellen van beperkingen aan de demonstratie. Het bestreden besluit dient derhalve marginaal te worden getoetst.
De voorzieningenrechter acht de door verweerder opgelegde beperkingen niet onredelijk. Verweerder heeft hierbij in redelijkheid mogen betrekken dat de verkeerscirculatie rond het Plein gehinderd wordt door een verbouwing aan het Mauritshuis waardoor reeds sprake is van een beperkte toegankelijkheid. Hierbij is van belang dat de toegankelijkheid van het Plein voor ambulance- en hulpdiensten gewaarborgd dient te blijven. Bovendien is ook thans de omvang van de demonstratie niet duidelijk en is de kans dat op het Plein meer dan 200 demonstranten verschijnen reëel. De omstandigheid dat op de nabij gelegen Lange Vijverberg een demonstratie plaatsvindt van aanhangers van Gül, is hierbij een complicerende factor. Verder heeft verweerder in zijn reactie van 18 april 2012 aan de hand van voorbeelden voldoende gemotiveerd toegelicht dat de kans op wanordelijkheden niet slechts denkbeeldig is.
Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter verweerders vrees dat zich ongeregeldheden zullen voordoen, niet irreëel.
Niet gezegd kan worden dat de beperking het recht op betogen illusoir maakt. Verweerder heeft er hierbij terecht op gewezen dat op het Malieveld geen sprake is van een kermis of van een kermis in opbouw en dat het veld van het Malieveld geheel vrij is. Het Malieveld is een gewilde locatie om te demonstreren en er worden jaarlijks veel demonstraties gefaciliteerd. Er is geen sprake van een plek aan de snelweg, nu de plek van de manifestatie juist aan de andere zijde van het Malieveld richting het Hertenkamp ligt. De Occupy-beweging bezet slechts een klein deel van het Malieveld.
Verweerder heeft de beperking dat de demonstratie dient te worden gehouden op het Malieveld, derhalve in redelijkheid mogen opleggen.
7 Voor het treffen van een voorlopige voorziening bestaat gelet op het voorgaande geen aanleiding, zodat het verzoek daartoe wordt afgewezen.
8 Van omstandigheden op grond waarvan een van de partijen zou moeten worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte proceskosten, is de voorzieningenrechter niet gebleken.
9 De voorzieningenrechter ziet aanleiding te bepalen dat verzoekers het voor deze procedure verschuldigde griffierecht op de in het dictum beschreven wijze dienen te voldoen.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage
1 wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
2 bepaalt dat verzoekers het verschuldigde griffierecht van in totaal € 310,- dienen te voldoen op rekening [rekening] onder vermelding van het zaaknummer.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.H. Bergman, rechter, in aanwezigheid van
mr. drs. I. Goud, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 april 2012.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.