ECLI:NL:RBSGR:2012:BW2997
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering standplaatsvergunning voor ambulante handel op het Johanna Westerdijkplein in Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 april 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een standplaatsvergunning voor ambulante handel. Eiser, een zelfstandig ondernemer, had op 4 februari 2011 een aanvraag ingediend voor een vergunning om ijs te verkopen vanuit een verkoopwagen op het Johanna Westerdijkplein in Den Haag. De gemeente hanteert sinds 1991 een uiterst terughoudend beleid ten aanzien van het verlenen van vergunningen voor ambulante handel, met als doel de kwaliteit van de openbare ruimte te waarborgen. Dit beleid is vastgelegd in de Kadernota Openbare Ruimte (2004). De gemeente verleent in beginsel geen nieuwe standplaatsvergunningen, tenzij er sprake is van uitzonderlijke gevallen.
De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag van eiser past binnen dit terughoudende beleid. De rechtbank vond dat verweerder voldoende gemotiveerd had waarom de aanvraag was afgewezen, en dat het overzicht van verleende vergunningen in de afgelopen jaren aantoont dat het beleid consistent wordt toegepast. Eiser voerde aan dat de afwijzing onterecht was, omdat andere objecten op het plein, zoals bushokjes en een illegale bouwkeet, de kwaliteit van de openbare ruimte niet zouden aantasten. De rechtbank oordeelde echter dat de gemeente beoordelingsvrijheid heeft bij het weigeren van vergunningen en dat de belangen van kleine zelfstandige ondernemers, zoals eiser, niet tot de in het beleid af te wegen belangen behoren.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat de gemeente in redelijkheid de aanvraag voor de standplaatsvergunning had kunnen weigeren. De beslissing is openbaar uitgesproken op 17 april 2012.