ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8690
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Hagen
- R. Sipkens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlengingsbesluit van bewaring in vreemdelingenzaak
Op 16 februari 2012 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de bewaring van eiser, een Surinaamse nationaliteit hebbende man. Eiser had beroep ingesteld tegen het verlengingsbesluit van de minister voor Immigratie en Asiel, dat op 3 januari 2012 was genomen. De rechtbank oordeelde dat het verlengingsbesluit niet deugdelijk was gemotiveerd. De rechtbank stelde vast dat er geen concrete aanwijzingen waren dat de benodigde documentatie uit derde landen op korte termijn zou arriveren, zoals vereist door artikel 59, zesde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank benadrukte dat een verlengingsbesluit een cruciaal besluit is in de bewaringsprocedure en dat het niet expliciet vermelden van de reden van niet-meewerken door eiser, betekent dat dit niet als grond voor verlenging kan worden aangemerkt.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en beval de opheffing van de bewaring met onmiddellijke ingang. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding van € 1360 aan eiser, en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van € 437 voor rechtsbijstand. De rechtbank wees erop dat partijen binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep konden instellen. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken, waarbij eiser noch zijn gemachtigde aanwezig was, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft de uitspraak mondeling gedaan na sluiting van het onderzoek ter zitting.