ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8504
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.F.M.J. Bouwman
- L.E.C. van Rijckevorsel - Besier
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Recht op verblijfsdocument voor Tunesische echtgenoot van Nederlandse gemeenschapsonderdaan
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage zich gebogen over de vraag of eiser, van Tunesische nationaliteit, recht kan ontlenen aan Richtlijn 2004/38/EG. Eiser heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument op basis van zijn huwelijk met referente, een Nederlandse gemeenschapsonderdaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat referente van februari 2008 tot oktober 2008 in Nederland heeft gewerkt en na haar bevalling in december 2008 bij haar ouders in Nederland verbleef. Hierdoor is niet aangetoond dat referente duurzaam en reëel verblijf in België heeft gehad, wat noodzakelijk is om als gemeenschapsonderdaan te worden beschouwd.
De rechtbank concludeert dat eiser, hoewel hij een Nederlandse onderdaan is, geen rechten kan ontlenen aan de richtlijn omdat referente niet kan worden aangemerkt als gemeenschapsonderdaan. De Belgische E-kaart die aan eiser is uitgereikt, bevestigt enkel het recht om in België te verblijven, maar toont niet aan dat er daadwerkelijk gebruik is gemaakt van dat recht. Het beroep op het Zambrano-arrest faalt, omdat de kinderen van eiser bij hun moeder kunnen verblijven, die de Nederlandse nationaliteit heeft.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit voor wat betreft de rechtsgevolgen, maar laat het besluit voor het overige in stand. Eiser kan binnen vier weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.