ECLI:NL:RBSGR:2012:BV6886

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
15 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
367159 - HA ZA 10-1920
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot levering van aandelen en dwangsom in civiele procedure

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank 's-Gravenhage, hebben eisers, bestaande uit de besloten vennootschap Fumont B.V. en twee natuurlijke personen, een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap De Zoete Holding B.V. De zaak betreft de levering van aandelen in de vennootschap Bumicom, die op 31 mei 2006 is overeengekomen. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 1 juni 2011 vastgesteld dat er een overeenkomst tot overdracht van aandelen is ontstaan, ondanks dat partijen nog niet op alle punten een akkoord hebben bereikt. De rechtbank heeft geoordeeld dat De Zoete Holding in verzuim verkeert en dat de vordering van Fumont c.s. tot nakoming van de overeenkomst voor toewijzing gereed ligt.

In het vonnis van 15 februari 2012 heeft de rechtbank de vordering van Fumont c.s. tot nakoming van de overeenkomst toegewezen. De rechtbank heeft bepaald dat De Zoete Holding de aandelen moet overdragen aan Fumont c.s. tegen een prijs van € 1.400,-- per aandeel, en dat De Zoete Holding ervoor moet zorgen dat Bumicom een eigen vermogen heeft van € 530.714,--. De rechtbank heeft tevens een dwangsom van € 25.000,-- per dag opgelegd voor het geval De Zoete Holding in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de vordering van Fumont c.s. tot terugbetaling van bedragen die ten onrechte door De Zoete Holding zijn onttrokken aan het vermogen van Bumicom, onvoldoende onderbouwd is en daarom is afgewezen. De proceskosten zijn toegewezen aan de zijde van Fumont c.s., waarbij De Zoete Holding als de overwegend in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.C.M. van Dijk.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 367159 / HA ZA 10-1920
Vonnis van 15 februari 2012
in de zaak van
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUMONT B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
2.[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
3.[eiser sub 3],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. B.J. van Dijen te Lelystad,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE ZOETE HOLDING B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. drs. S. Mol te Utrecht.
Partijen zullen hierna Fumont c.s. en De Zoete Holding genoemd worden.
1.De procedure
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 juni 2011;
- de conclusie na tussenvonnis van de zijde van Fumont c.s., met producties;
- de antwoordconclusie na tussenvonnis;
1.2.Ten slotte is vonnis gevraagd.
2.De verdere beoordeling van het geschil
2.1.De rechtbank blijft bij hetgeen in het tussenvonnis van 1 juni 2011 (hierna: het tussenvonnis) is overwogen en beslist.
2.2.In het tussenvonnis is de rechtbank tot de slotsom gekomen dat, ondanks dat partijen nog niet op alle punten een akkoord hebben bereikt, tussen partijen op 31 mei 2006 toch een overeenkomst is ontstaan strekkend tot overdracht van de aandelen in Bumicom aan de (overgebleven) leden van de Bumi Five. Voorts heeft de rechtbank overwogen dat De Zoete Holding in verzuim verkeert en dat de vordering van Fumont c.s. tot nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst voor toewijzing gereed ligt.
2.3.Met betrekking tot de vordering van Fumont c.s. tot - samengevat - terugbetaling (al dan niet door verrekening met de koopsom voor de aandelen) van bedragen die volgens Fumont c.s. ten onrechte door De Zoete Holding zijn onttrokken aan het vermogen van Bumicom heeft de rechtbank overwogen dat de vordering tot terugbetaling van € 750.000,-- en de vordering tot aanzuivering van de rekening-courantschuld als onvoldoende onderbouwd dienen te worden afgewezen.
2.4. Dit betekent dat het primair gevorderde, nakoming van de tussen Fumont c.s. en De Zoete Holding op 31 mei 2006 gesloten overeenkomst, door de in die overeenkomst geduide aandelen in het vermogen van Bumicom (hierna: de aandelen) onder de overeengekomen voorwaarden te leveren aan Fumont c.s. toewijsbaar is. De rechtbank heeft voorts geoordeeld dat de gevorderde dwangsom van € 25.000,-- voor iedere dag dat De Zoete na betekening van het vonnis met de nakoming van enig deel van het in deze zaak te wijzen eindvonnis in gebreke blijft als niet weersproken toewijsbaar is.
2.5.In het tussenvonnis is een aantal gewijzigde omstandigheden genoemd - het vertrek van [A], het prepensioen van [B], de dividenduitkering van januari 2010 en het tijdsverloop - en is geoordeeld dat partijen zich erover dienen uit te laten hoe deze zijn in te passen in de overeenkomst van 31 mei 2006. Partijen hebben zich hierover uitgelaten bij de hiervoor onder "het geding" genoemde conclusies.
2.6.In het lichaam van de conclusie na tussenvonnis lijkt Fumont c.s. op een aantal punten haar vorderingen en de grondslag daarvoor te willen wijzigen. Fumont c.s. heeft deze kennelijke wens tot eiswijziging echter niet geconcretiseerd in een aangepast petitum. De rechtbank zal hier reeds daarom aan voorbijgaan. Uitgangspunt voor de beoordeling blijft de eis zoals opgenomen in de dagvaarding en verwoord onder "3. Het geschil" in het tussenvonnis.
Dat betekent dat voor zover Fumont c.s. in de conclusie na tussenvonnis stelt dat
(i) a. indien de koopsom of het eigen vermogen niet wordt aangepast naar rato van de onttrekkingen, of
b. De Zoete Holding onzakelijke onttrekkingen aan het eigen vermogen van Bumicom heeft gedaan,
De Zoete Holding jegens haar wanprestatie heeft gepleegd, althans onrechtmatig heeft gehandeld (dan wel ongerechtvaardigd is verrijkt)
(ii) voor zover de overeenkomst door feitelijk handelen door De Zoete Holding niet meer kan worden uitgevoerd zoals partijen op 31 mei 2006 zijn overeengekomen, dit onrechtmatig is tegenover Fumont c.s. en Fumont c.s. De Zoete Holding, waarvoor De Zoete Holding en De Zoete in privé aansprakelijk worden gehouden voor de schade die Fumont c.s. daardoor lijdt;
dit in deze procedure niet geldend kan worden gemaakt. Het bezwaar tegen de eiswijziging behoeft hiermee geen verdere bespreking (meer).
2.7.Fumont c.s. noch De Zoete Holding heeft gesteld (en dit is ook niet anderszins gebleken) dat de overeenkomst gelet op het tijdsverloop niet meer uitvoerbaar zou zijn. Dat betekent dat de rechtbank bij de verdere beoordeling van het geschil als uitgangspunt zal hanteren dat Fumont c.s. de nakoming van de overeenkomst van 31 mei 2006 nog immer wenst en dat De Zoete Holding er van uitgaat dat zij die overeenkomst nog kan nakomen, zodat in dat opzicht geen belemmeringen bestaan voor toewijzing van de vordering tot nakoming.
2.8.In de conclusie na tussenvonnis heeft Fumont c.s. aangevoerd dat de koopprijs zou moeten worden berekend per datum overdracht waarbij rekening dient te worden gehouden met de koopsom, de rente daarover, het aandelenbelang en de dividenden die daarmee gerealiseerd waren in het verleden. Fumont c.s. verzuimt echter deze stelling voldoende te concretiseren. Allereerst verzuimt zij nader aan te geven op welke wijze met ieder der hiervoor genoemde elementen bij de bepaling van de koopprijs rekening zou moeten worden houden. Zij verzuimt voorts te stellen welke verklaringen partijen tegen elkaar hebben geuit en van welke gedragingen sprake is, op grond waarvan Fumont c.s. redelijkerwijs heeft mogen aannemen dat De Zoete Holding uitging van deze wijze van bepaling van de koopprijs. Onder 5. van de conclusie na tussenvonnis noemt Fumont c.s. wel een aantal omstandigheden, maar niet is gesteld hoe die omstandigheden moeten leiden tot de conclusie dat waardebepaling van de aandelen per datum overdracht zou plaatsvinden en welke waarde aan de aandelen moet worden gegeven.
Dat klemt temeer nu in het tussenvonnis met betrekking tot de koopprijs is geoordeeld dat partijen op 31 mei 2006 voor 99% van de aandelen een koopprijs van € 138.600,-- (zijnde € 1.400,--) zijn overeengekomen (welke koopprijs ongeveer gelijk was aan de in de intentieovereenkomst van 2001 genoemde prijs) en dat tussen partijen nimmer sprake is geweest van een andere koopprijs dan deze. De rechtbank begrijpt dat De Zoete Holding erkent dat Fumont c.s. voor die koopprijs recht krijgen op levering van de aandelen in de vennootschap, waarbij deze laatste een eigen vermogen moet hebben van € 530.714,--. De Zoete Holding heeft voorts erkend dat zij bereid is het eigen vermogen van Bumicom voor zover dit lager is dan genoemd bedrag, tot dit bedrag aan te vullen.
2.9.Met betrekking tot de gevolgen van het vertrek van [A] en [B] verschillen partijen van mening. Fumont c.s. stelt zich op het standpunt dat de aandelen van [A] aan Fumont toekomen, onder verwijzing naar art. 6.3 van de overeenkomst en rechtsoverweging 4.16 van het tussenvonnis. Indien en voor zover [B] afstand doet van haar rechten dienen ook de aandelen die haar toekomen aan Fumont te worden geleverd, aldus Fumont c.s.. De Zoete Holding betwist dit.
2.10.De onder 2.9 genoemde stellingen van Fumont c.s. vinden geen grondslag in de feiten. In rechtsoverweging 4.16 overweegt de rechtbank dat De Zoete Holding houder zal blijven van de aandelen die voor [A] bestemd waren, zodat niet kan worden geoordeeld dat dit steun biedt aan de stellingen van Fumont c.s. Niet is gesteld of gebleken dat de e-mail van [C] van 9 augustus 2007 waarin hij - in tegenstelling tot hetgeen is bepaald in de (concept)participatie- en aandeelhoudersovereenkomst - voorstelt om de Bumi Five te verplichten om hun aandelen bij beëindiging van de arbeidsrelatie, overlijden of faillissement aan te bieden aan Fumont, door De Zoete Holding is aanvaard. Dat De Zoete Holding nooit op deze e-mail heeft gereageerd vormt onvoldoende grondslag om tot aanvaarding te concluderen. Gesteld noch gebleken is dat [A] zijn rechten op de aandelen heeft gecedeerd of anderszins heeft overgedragen aan Fumont c.s. Dit laat geen andere slotsom toe dan dat de aandelen van [A] toekomen aan De Zoete Holding.
Deze slotsom geldt ook voor de aandelen die [B] zouden toekomen. Niet is gesteld of gebleken dat [B] afstand heeft gedaan van haar rechten. Evenmin is gesteld of gebleken dat [B] haar aanspraken heeft gecedeerd of anderszins heeft overgedragen aan Fumont c.s.
2.11.Hetgeen hiervoor is overwogen laat geen andere slotsom toe dan dat de gevorderde nakoming van de overeenkomst van 31 mei 2006 toewijsbaar is, waarbij De Zoete Holding dient over te dragen aan:
Fumont 51 aandelen
[eiser sub 2] 12 aandelen
[eiser sub 3] 12 aandelen, tegen een prijs van € 1.400,-- per aandeel, waarbij De Zoete Holding er voor zorg zal dragen dat Bumicom een eigen vermogen zal hebben van € 530.714,--, welk vermogen zij tot dit bedrag dient aan te vullen. Aan een bewijsaanbod komt de rechtbank niet toe.
2.12.De Zoete Holding zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Fumont c.s. worden begroot op:
- vast recht € 263,00
- dagvaardingskosten € 87,93
totaal aan verschotten € 350,93
- salaris advocaat (3 punten x tarief II) € 1.356,--
en te vermeerderen met de wettelijke rente als gevorderd.
2.13.Fumont c.s. vorderen voorts De Zoete Holding te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. Er zal geen vast recht voor het beslagrekest worden toegewezen, omdat dit al is verrekend met het vast recht dat in deze zaak verschuldigd is. De beslagkosten worden begroot op (beslag € 259,37+ betekening € 74,45 + 2 x € 84,63 =) € 503,08 voor verschotten en € 452,-- voor salaris advocaat (2 punten tarief II), eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente als gevorderd.
3.De beslissing
De rechtbank
- veroordeelt De Zoete Holding tot nakoming van de tussen Fumont c.s. en De Zoete Holding op 31 mei 2006 gesloten overeenkomst, door de in die overeenkomst geduide aandelen in het vermogen van Bumicon aan Fumont c.s. te leveren onder de overeengekomen voorwaarden en met inachtneming van hetgeen in het tussenvonnis en in dit vonnis is overwogen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,-- voor iedere dag dat De Zoete Holding in gebreke blijft aan (enig deel van) het vonnis te voldoen binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis;
- veroordeelt De Zoete Holding in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Fumont c.s. begroot op € 350,93 aan verschotten en € 1.356,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf acht dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt De Zoete Holding in de beslagkosten begroot op € 503,08 aan verschotten en € 904,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf acht dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorbaat;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
De rechter, ten overstaan van wie de comparitie is gehouden heeft dit vonnis niet kunnen wijzen om organisatorische redenen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.M. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2012.