ECLI:NL:RBSGR:2012:BV2920

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
392056 - HA RK 11-226
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.J. Paris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering verzoek tot heroverweging Europees betalingsbevel

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 januari 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot heroverweging van een Europees betalingsbevel. De verzoekster, Leaseweb B.V., had een betalingsbevel aangevraagd tegen de verweerster, Westream di Bisconcini San Cristofori [A] & C. S.A.S., gevestigd in Milaan, Italië. Het betalingsbevel was op 8 juli 2011 betekend aan de conciërge van het gebouw waar Westream is gevestigd. Westream heeft aangevoerd dat het betalingsbevel niet op de juiste wijze was betekend, omdat het niet aan een persoon die bij haar in dienst is, was overhandigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de conciërge, hoewel niet in dienst bij Westream, bevoegd was om de post in ontvangst te nemen. De rechtbank oordeelde dat het risico van een onjuiste afhandeling van de post voor rekening van Westream komt, aangezien zij tijdens haar vakantie geen adequate regeling had getroffen voor de doorzending van post.

Westream voerde verder aan dat de betekende stukken niet waren voorzien van een vertaling in het Italiaans en dat zij niet op de hoogte was gesteld van haar recht om het betekende stuk te weigeren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Westream voldoende op de hoogte was gesteld van de mogelijkheid om verweer te voeren en dat de betekening van het betalingsbevel voldeed aan de vereisten van de Europese regelgeving. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot heroverweging niet kon slagen en dat het Europees betalingsbevel van kracht bleef.

De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot heroverweging van Westream afgewezen, waarmee het eerder afgegeven betalingsbevel in stand bleef. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. R.J. Paris.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
nevenzittingsplaats rechtbank 's-Gravenhage
zaaknummer / rekestnummer: 392056 / HA RK 11-226
Beschikking van 24 januari 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEASEWEB B.V.,
gevestigd te Haarlem,
verzoekster,
advocaat mr. F.F. Blokhuis te Amsterdam,
tegen
de commanditaire vennootschap naar Italiaans recht
WESTREAM DI BISCONCINI SAN CRISTOFORI [A] & C. S.A.S.,
gevestigd te Milaan (Italië),
verweerster,
advocaat mr. R. de Falco te Amsterdam.
Partijen worden hierna aangeduid met 'Leaseweb' en 'Westream'.
1.De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 12 april 2011 ingekomen verzoek om een Europees betalingsbevel (formulier A),
- het Europees betalingsbevel van 26 mei 2011 (formulier E),
- een brief van 3 augustus 2011 van Flanderijn en Bakhuis, incasso gerechtsdeurwaarders betalingsbeheer, met als bijlagen de van de ontvangende instantie te Italië ontvangen stukken met betrekking tot de uitreiking van het betalingsbevel aan Westream,
- de Uitvoerbaarverklaring van 26 augustus 2011 (formulier G),
- het op 22 september 2011 ingekomen verzoek tot heroverweging van Westream,
- een brief van 20 oktober 2011 van mr. De Falco,
- een brief van mr. F.F. Blokhuis van 8 november 2011.
2.Het heroverwegingsverzoek
2.1.Westream voert ter onderbouwing van haar verzoek tot heroverweging aan dat het Europees betalingsbevel op 8 juli 2011 aan haar adres is betekend, maar niet aan een persoon die bij haar in dienst is. Het bevel is achtergelaten bij de conciërge van het gebouw waar Westream en vele andere bedrijven en particulieren hun kantoor hebben. Het bevel is pas na de zomervakantie op 30 augustus 2011 door de conciërge aan Westream afgegeven.
2.2.Een paar dagen daarna heeft Westream van een Italiaanse advocaat een afschrift van de uitvoerbaarverklaring ontvangen. De betekening c.q. kennisgeving van het betalingsbevel heeft niet op de voet van artikel 13 c.q. 14 van de Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (verder te noemen: de Verordening) plaatsgevonden, aldus Westream.
2.3.Subsidiair voert Westream aan dat de aan haar betekende stukken niet waren voorzien van een vertaling in de Italiaanse taal. Zij is niet op de hoogte gesteld van haar recht om het betekende stuk te weigeren. Het modelformulier als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (verder te noemen: de Betekeningsverordening) is nooit aan haar afgegeven.
2.4.Ten slotte voert Westream nog aan dat de vordering van Leaseweb betrekking heeft op onbetaalde facturen en op 'termination charge'. Een vordering voor 'termination charge' is Westream onbekend. Zij heeft daarvoor nimmer een factuur ontvangen. De verschuldigdheid van de facturen is door Westream al eerder betwist.
3.Het verweer
3.1.Leaseweb is van mening dat het Europees betalingsbevel wel overeenkomstig de bepalingen van de Verordening aan Westream is betekend. De conciërge die de stukken in ontvangst heeft genomen is een vertegenwoordiger van Westream en was bevoegd om die stukken te ontvangen. Dat de stukken vervolgens niet tijdig ter kennis zijn gebracht van Westream valt volledig binnen de risicosfeer van Westream, aldus Leaseweb.
3.2.Het in artikel 4, derde lid, van de Betekeningsverordening bedoelde formulier vermeldt onder 6.3.2. dat er een vertaling in het Italiaans is meegestuurd. Het eventueel ontbreken van het door Westream bedoelde modelformulier als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Betekeningsverordening is daarom niet meer van belang. Leaseweb komt tot de conclusie dat is voldaan aan de betekeningsvereisten. Westream kon weten dat zij binnen 30 dagen na betekening verweer kon voeren.
4.De beoordeling
4.1.Westream voert als primaire grondslag voor haar verzoek tot heroverweging aan dat zij door een onjuiste uitreiking van het betalingsbevel niet in de gelegenheid is geweest tijdig verweer te voeren.
4.2.Artikel 9 van de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure (verder te noemen: de Uitvoeringswet) bepaalt onder meer dat een verzoek tot heroverweging gedaan moet worden binnen vier weken nadat de grond voor heroverweging aan de verweerder bekend is geworden. Westream voert aan dat zij op 30 augustus 2011 bekend is geworden met het bestaan van het betalingsbevel en dat zij enige dagen daarna de uitvoerbaarverklaring heeft ontvangen. Het verzoek tot heroverweging is ingekomen op 22 september 2011. Dit leidt tot de conclusie dat het verzoek tijdig is ingediend.
4.3.Artikel 12, vijfde lid, van de Verordening bepaalt dat het gerecht er zorg voor draagt dat het betalingsbevel overeenkomstig het nationale recht aan de verweerder betekend of ter kennis wordt gebracht volgens een methode die voldoet aan de minimumnormen van de artikelen 13, 14 en 15. De betekening van het onderhavige betalingsbevel heeft plaatsgevonden op de wijze als is omschreven in de artikelen 4 e.v. van de Betekeningsverordening. De ontvangende instantie in Italië (Ufficio Unico degli Ufficiali Giudiziari) te Rome (Italië) heeft bericht dat het betalingsbevel op 8 juli 2011 is uitgereikt aan [B]. Als betrekking tot de geadresseerde is vermeld 'add. rit.'. Volgens de in Nederland met de uitreiking belaste deurwaarder is deze vermelding een afkorting van 'autorizzato al ritiro' en blijkt hieruit dat de betreffende persoon bevoegd is de stukken in ontvangst te nemen.
4.4. Artikel 14, eerste lid en onder b, van de Verordening bepaalt dat, wanneer de verweerder een zelfstandige of een rechtspersoon is, het Europees betalingsbevel in persoon op het zakenadres van verweerder kan worden betekend aan een persoon die bij verweerder in dienst is. Artikel 15 bepaalt dat betekening ook kan geschieden aan een vertegenwoordiger. Het onderhavige Europese betalingsbevel is op het adres van verweerder uitgereikt aan een persoon die blijkens mededeling van de ontvangende instantie in Italië bevoegd was de stukken in ontvangst te nemen. Westream heeft bij haar verzoek tot heroverweging een verklaring gevoegd van de heer [B] waarin deze verklaart dat hij conciërge is van het gebouw aan de [A-straat te plaats A] en dat het een van zijn taken is om de post van alle bewoners van het gebouw op te halen en vervolgens zodra mogelijk te overhandigen. De rechtbank overweegt dat de heer [B] wellicht niet in dienst is bij Westream, maar dat uit voormelde door Westream zelf overgelegde verklaring van [B] blijkt dat hij wel met toestemming van Westream bevoegd is de voor Westream bedoelde post in ontvangst te nemen. Hij dient dan ook te gelden als een ter zake bevoegd vertegenwoordiger. Dat Westream vervolgens geen adequate nadere regeling heeft getroffen voor eventuele doorzending van de tijdens haar - overigens niet aangetoonde - vakantie ingekomen post, komt geheel voor rekening en risico van Westream. Westream kan zich er thans derhalve niet met succes op beroepen dat het Europese betalingsbevel niet op een juiste wijze aan haar is betekend.
4.5. De ontvangende instantie dient op grond van artikel 8, eerste lid, van de Betekeningsverordening degene voor wie het stuk bestemd is door middel van een modelformulier in kennis te stellen van het feit dat hij kan weigeren het stuk in ontvangst te nemen of na betekening terug kan zenden, indien het niet is vergezeld van een vertaling. In het door de ontvangende instantie in Italië ondertekende certificaat van betekening of kennisgeving als bedoeld in artikel 10 van de Betekeningsverordening is onder 12.3 aangegeven dat aan de geadresseerde van het stuk schriftelijk is meegedeeld dat hij het stuk mag weigeren in ontvangst te nemen indien het niet gesteld is of vergezeld gaat van een vertaling in een taal die hij begrijpt of in de officiële taal/een van de officiële talen van de plaats van betekening of kennisgeving. De rechtbank dient er, gelet op voormeld ondertekend certificaat, van uit te gaan dat Westream in kennis is gesteld van de mogelijkheid het poststuk retour te zenden indien aan bedoelde voorwaarde niet is voldaan.
4.6.Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat bij de betekende stukken waren gevoegd een in de Italiaanse taal gesteld imprimé van een Europees betalingsbevel en van het formulier waarin aangegeven kan worden dat men verweer wenst te voeren. Aan de hand van die imprimés en het in de Nederlandse taal gestelde betalingsbevel zal het voor Westream duidelijk geweest moeten zijn binnen welke termijn verweer gevoerd had moeten worden. Kennelijk vanwege die bijgevoegde imprimés is op het meerbedoelde certificaat vermeld dat van het stuk waarvan betekening moest geschieden een vertaling was bijgevoegd.
4.7.De opmerkingen van Westream dat zij de verschuldigdheid van de facturen al had betwist en dat zij de vordering voor 'termination charge' niet kent, leveren geen uitzonderlijke omstandigheden op als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Verordening en kunnen niet leiden tot de conclusie dat het betalingsbevel kennelijk ten onrechte is toegekend.
4.8. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het verzoek van Westream tot heroverweging dient te worden geweigerd en het Europees betalingsbevel van kracht blijft.
5.De beslissing
De rechtbank weigert het verzoek tot heroverweging.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J. Paris en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2012.